Boek 6

PAAZ, Myrthe van de Meer                                                                                                                             opdracht lezen voor de Lijst

 

A

In PAAZ vertelt Emma in de ik-persoon over de vijf maanden waarin ze opgenomen is. Lees jij graag boeken die geschreven zijn in een ik-perspectief? Waarom wel/niet?

Soms wel, soms niet. In deze soort boeken wel omdat je een beter beeld krijgt van hoe iemand denkt en doet. Als het perspectief bij de ik-persoon ligt dan lees je meteen wat de hoofdpersoon denkt en voelt. Dit helpt natuurlijk ook met het begrijpen waarom iemand af en toe iets doet. Dit is handig als je het verhaal beter wil begrijpen, ook krijg je een beter inlevingsvermogen

B

Als lezer zit je opgesloten in Emma’s hoofd. Je kent alleen haar gedachten. Wat de andere personages denken, weet je niet, maar kun je wel afleiden uit bijvoorbeeld gesprekken en hun gedrag. Stel je voor dat je een blik in het dagboek van dokter Visser, Alice en Elise kunt werpen. Kies twee van de volgende opdrachten en licht je keuze toe.

  1. Emma gaat een moeilijk gesprek met dokter Visser over de behandeling aan (herlees p. 202 t/m 210). Wat schrijft dokter Visser daar ’s avonds over in haar dagboek? (250-300 woorden)           Emma ging vandaag in gesprek met mij, en ik moet zeggen dat ik verrast ben. Ze probeerde me vandaag uit te leggen wat er in haar hoofd omging als ik haar vertelde hoe haar behandeling ging verlopen. Ze praatte met letters, maar dat ze niet wist wat elke letter inhield, en dit vind ze altijd erg verwarrend. Ze wil graag begrijpen wat er met haar gaat gebeuren, en dat is natuurlijk begrijpelijk. Ze snapt niet wat wij met haar gaan doen om haar beter te maken. Ook heb ik gehoord dat ze een andere psychiater wilde, dit vond ik zeer spijtig. Ik wil Emma graag beter maken. Ik denk dat Emma er op dit moment anders over denkt, althans dat hoop ik. Zoals ik eerder al zei wil ik er wel erg graag helpen met haar psychische problemen. Als een andere dokter dit gaat overnemen gaat dit erg veel tijd kosten, en herstellen duurt dan natuurlijk ook nog een stuk langer. Ook vroeg ze me vandaag hoe ik haar zag, dit vond ik een extreem lastige vraag. Ik heb volgens mij wel het juiste antwoord gegeven. Ik noemde haar een hoog intelligente vrouw die over veel capaciteiten beschikt maar die moeite heeft om ze te herkennen en ze voor zichzelf  in te zetten in plaats van alleen voor anderen. Ook vertelde ik haar dat ze iemand is die steeds weer kopje onder gaat in een zware depressie. Ze nam het verbaasd op maar werd daarna een beetje verdedigend. Toch denk ik dat ik wel op haar doorgedrongen ben vandaag.
  2. Alice gaat naar huis. Emma en Alice nemen afscheid (herlees p. 222 t/m 228). Wat schrijft Alice ’s avonds in haar dagboek over haar relatie met Emma? (250-300 woorden)​                                                   Ik ga haar missen, ik ga de persoon missen wie ik meer heb verteld dan sommige van mijn therapeuten. Ik vertrouw en vertrouwde haar al mijn geheimen toe. Helaas heb ik nu niemand zo dicht bij, zo dicht bij dat ik ze eerlijk kan vertellen hoe ik me voel en wat er is gebeurt inmijn verleden. Ik wilde haar er niet mee belasten, natuurlijk, maar zij zei dat het goed was. Natuurlijk is dat het niet, maar ik ben blij dat ze zich opofferde voor mij. Ik denk dat we zo goed met elkaar om kunnen gaan omdat we de zelfde dingen hebben. We zijn allebei psychisch niet goed, in ieder geval dat zouden de meeste zeggen. Ons verleden is verschrikkelijk en we horen er eigenlijk gewoon niet zo bij. Om iemand te hebben waar je dat mee kunt delen, dat is erg fijn, geloof me. Ik hoop echt, echt, dat we bellen en contact houden. Dit gaat voor ons beide erg lastig worden ben ik bang, en dan heb je het meeste steun aan elkaar. Ik weet niet hoe dit alles zich gaat uitpakken. Maar we kunnen hopen en wachten, meer dan dat kunnen we eigenlijk niet doen. Dat is het leven, hopen en afwachten. Maar soms, soms is het leven wel prima. Helaas gebeurt dat niet zo heel erg vaak. Hopen op een betere toekomst, met betere mensen om je heen. Hopen op een plek waar je jezelf thuis kunt voelen. Hopen op van alles. Alleen maar hopen.
  3. Emma bespreekt een traumatische jeugdherinnering met Elise (herlees p. 241 t/m 245 en 253 t/m 256). Wat schrijft Elise hierover in haar dagboek na het telefoongesprek met Emma? (250-300 woorden)

C

Kies één van de volgende uitspraken en licht toe: