Boek 10

Kinderjaren, Jona Oberski                                                                                                                         Opdracht van Lezen voor de Lijst

Boek Oberski, Jona, Kinderjaren
Nummer N1
Niveau 1
Studielast 1 slu
Werkvorm individueel
Focus oordeel
Je leert

je mening verwoorden.

Opdracht

Hieronder staan enkele beweringen over Kinderjaren. Reageer op deze opmerkingen door aan te geven of je het ermee eens bent of niet. Licht telkens je antwoord toe met een voorbeeld uit het boek.

  1. 'Wat een zielig verhaal. Ik kon me echt voorstellen hoe het was in die kampen.' Er wordt inderdaad wel een indruk gegeven van de kampen, maar ik kon mezelf niet voorstellen door het boek hoe het was in de kampen. Ik weet alleen niet zo goed waar dat aan ligt.
  2. 'Toen ik het boek uit had, was ik echt blij dat ik nu leef!' Ik denk dat we allemaal blij mogen zijn dat we niet leven in oorlog. Oorlog is verschikkelijk van alle kanten af. Er is altijd gevaar in een oorlog, dus hier kan ik mezelf ergens nog wel in vinden. Maar, ik denk dit niet alleen maar door het boek. Algemene kennis ne geschiedenis lessen hebben ook meegedragen aan die gedachte.
  3. 'Het begin vind ik wel een beetje saai. Die stukjes over die pont en over die glazenwasser hadden van mij wel weg gemogen.' Het is wel een onderdeel van een verhaal. Als je alleen over de spannende en avondtuurlijke gaat schrijven worden die juist saai. Tussenstukken horen nu eenmaal bij een boek, saai of niet.
  4. 'Ik vond het heel raar dat hij het helemaal niet zo erg vond om zijn vaders lijk te zien in dat ketelhuis, maar toch raar dat hij na al die jaren nog precies weet wat er gebeurde.' Zo'n gebeurtenis blijft je toch heel je leven bij. Als je iets hebt meegemaakt hoef je dat op dat moment nog niet zo heel schokkend te vinden, maar kan het later toch bij je blijven. Ik denk dat je soms wat langer de tijd nodigt heb bepaalde gebeurtenissen te verwerken.
  5. 'Heel spannend was het verhaal eigenlijk niet, maar toch wou ik wel graag weten hoe het afliep en heb ik het in één middag uitgelezen.' Ik heb het niet in 1 middag uitgelezen, maar ik wilde inderdaad ook wel weten wat er ging gebeuren. Je weet nooit hoe iemand omgaat met alle gebeurtenissen, en of de schrijver er nog iets verassends in heeft gestopt. Daarom wilde ik hem graag uitlezen.
  6. 'Je kunt aan de manier van schrijven duidelijk merken dat het jongetje steeds ouder wordt.' Ik heb hier denk ik niet echt een mening over aangezien ik het zelf niet helemaal door had. Misschien als ik het terug zou lezen zou dit anders zijn maar in eerst oogopslag had ik dit zelf niet helemaal door.
  7. 'Ik snap eigenlijk niet dat hij aan het einde van het boek niets wilde eten: hij heeft toch honger gehad in het kamp?' Het kan natuurlijk ook zijn dat hij in zijn maag zit met al zijn trauma's en gedachtes. Hij is al zijn familie kwijt en dit is natuurlijk niet niks. Dan kun je nog zoveel honger hebben gehad, maar dat hoeft daarna niet.
  8. 'Gelukkig liep het goed af en kon hij na de oorlog weer normaal verder leven.' Hier ben ik het niet helemaal mee eens. Het liep voor hem wel goed af, maar voor zijn ouders niet. Hij gaat nooit meer een normaal leven krijgen. Hij heeft voor heel zijn leven traumatische ervaringen en hij moet verder leven zonder ouders, dat is niet niks.
Gemaakt door Yvonne Kooijmans