Elke ziekteverwekker is door het afweersysteem te herkennen aan een bepaald molecuul, een antigeen. Op bacteriƫn en virussen zitten antigenen. Als je in contact komt met een ziekteverwekker, maken bepaalde witte bloedcellen antistoffen, die precies bij dat antigeen passen. Dat duurt een paar dagen. De antistoffen maken de ziekteverwekker daarna onschadelijk. Geheugencellen onthouden de informatie van deze antigenen.
Als je nog eens met dezelfde ziekteverwekker besmet wordt, worden de antistoffen dankzij de geheugencellen veel sneller gemaakt. Je wordt niet ziek. je bent immuun en je kunt dezelfde ziekte niet opnieuw krijgen.
Witte bloedcellen worden gemaakt in het rode beenmerg en in de lymfeklieren. Bekijk de afbeelding van het skelet om te zien waar zich veel rood beenmerg bevindt.