Tegen sommige gevaarlijke ziektes kun je worden ingeënt. Inenten heten ook wel vaccineren. Bij actieve immunisatie krijg je een verzwakte ziekteverwekker toegediend. Het afweersysteem wordt daardoor actief en gaat zelf antistoffen maken. Als dezelfde ziekteverwekker daarna het lichaam binnendringt, wordt hij direct onschadelijk gemaakt. Na actieve immunisatie ben je de rest van je leven immuun voor de ziekte.
Bij passieve immunisatie word je ingeënt met extra antistoffen. Je bent dan een paar maanden beschermd tegen de betreffende ziekte. De antistoffen hechten zich aan de antigenen en verdwijnen na een tijdje uit je bloed. Bij passieve immunisatie hoeft je eigen afweersysteem niets te doen en ben je de rest van je leven niet immuun voor de ziekte.