In deze interactieve module leer je hoe te werken met binaire getallen en hoe hexadecimale getallen omgezet worden naar een decimaal getal en omgekeerd.
Vervolgens worden de logische operaties behandeld en leer je daarmee eenvoudige schakelingen te maken.
In het binair talstelsel is net als in het decimale talstelsel de positie van het cijfer bepalend voor de waarde van het cijfer in het getal.
Het verschil tussen beide talstelsels is dat in het binaire talstelsel een getal wordt voorgesteld door een rijtje van twee verschillende symbolen, 0 en 1, terwijl in het decimale talstelsel 10 symbolen gebruikt worden:
0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9.