Medicijnen gebruik je om te genezen van een ziekte. Veel medicijnen werken net als drugs op het zenuwstelsel. Er zijn verdovende middelen zoals pijnstillers, kalmerende middelen en slaapmiddelen. Andere medicijnen zoals anti-depressiva zijn pepmiddelen.
Geneesmiddelen kunnen in de vorm van poeders, pillen, dranken en injecties worden gebruikt. Medicijnen zoals insuline, een eiwit, worden verteerd in de maag. Daarom moeten ze worden ingespoten.