Koolhydraten, vetten en eiwitten heb je nodig voor de groei en ontwikkeling van je lichaam.
Daarnaast heb je deze voedingsstoffen nodig als brandstof (energie).
Voedingsstoffen hebben in het lichaam verschillende functies.
eiwitten
Eiwitten dienen vooral als bouwstof, maar kunnen ook als brandstof gebruikt worden.
Eiwitten zijn geen reservestof. Ze worden dus niet in het lichaam opgeslagen.
koolhydraten
Koolhydraten dienen vooral als brandstof, maar kunnen ook als bouwstof en reservestof gebruikt worden.
vetten
Vetten dienen vooral als brandstof en reservestof, maar kunnen ook als bouwstof worden gebruikt. Vetten kunnen worden opgeslagen.
water
Water is een belangrijke bouwstof en wordt gebruikt voor het transporteren van stoffen.
mineralen en vitaminen
Mineralen (zouten) vervullen in het lichaam vooral de functie van bouwstof en beschermende stof. Vitaminen vervullen in het lichaam vooral de functie van beschermende stof en bouwstof.
Met behulp van een indicator kun je aantonen of een bepaalde voedingsstof in een voedingsmiddel zit.
Zo kun eiwitten aantonen met de indicator 'kopersulfaat en natronloog'. De eiwitten kleuren paars/blauw als ze in aanraking komen met de indicator.
Ook kun je zetmeel aantonen met de indicator 'jood-oplossing'. Het zetmeel kleurt donkerblauw/zwart als het in aanraking komt met de indicator.