Internationale aanpak

De Rijn kan alleen schoner worden als Nederland, Duitsland en Zwitserland samenwerken. In 1999 ondertekenden de verschillende landen daarom het Rijnverdrag. Daarin staan gemeenschappelijke afspraken om de rivier schoner te maken.



Halverwege de vorige eeuw verdween de zalm uit de Rijn als gevolg van waterverontreiniging en doordat de paaiplaatsen door dammen, stuwen en sluizen onbereikbaar werden. Minder vervuiling en het aanleggen van vispassages hebben ertoe geleid dat het aantal zalmen in de rivier tegenwoordig weer toeneemt.

Bij het verbranden van fossiele brandstoffen komt koolstofdioxide vrij. Koolstofdioxide draagt bij aan het versterkte broeikaseffect. Dit leidt ertoe dat de gemiddelde temperatuur op aarde stijgt. De opwarming kan leiden tot overstromingen, verwoestijning en het smelten van de ijskappen. 

Om de opwarming tegen te gaan, moeten er mondiale (= wereldwijde) afspraken gemaakt worden om de uitstoot van koolstofdioxide in de atmosfeer te verminderen. 
Tijdens internationale klimaatconferenties, zoals in het Japanse Kyoto (1997) en in Kopenhagen (2009), proberen landen het hierover eens te worden.