De landen in West-Europa wilden nieuwe oorlogen in de toekomst voorkomen. Er dreigde echter al nieuw gevaar: de Sovjet-Unie was immers bezig om Oost-Europa militair en politiek in te lijven. Bovendien was deze supermacht druk in de weer met het ontwikkelen van een atoombom. De verwachting was dat ook de rest van Europa door de Sovjet-Unie onder de voet zou worden gelopen als er niets werd gedaan.
De blokkade van Berlijn (zie onderwerp Blokvorming tussen Oost en West) werkte als een extra stimulans om op militair gebied samen sterk te staan. In 1949 gingen West-Europese landen met de Verenigde Staten militair samenwerken in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Die samenwerking werd de basis voor veiligheid in de toekomst.
Jean Monnet, een ervaren Franse politicus met veel verstand van economie en veiligheid werd gevraagd het probleem op te lossen. Hij maakte een plan voor meer Europese samenwerking.
Monnet concludeerde dat een gezamenlijk beheer van de productie van kolen en staal een garantie zou kunnen vormen voor welvaart en vrede.