Consumptiemaatschappij

De technologische ontwikkelingen en de economische groei in de jaren na de oorlog hadden grote gevolgen.
De vooroorlogse werkloosheid was verdwenen en er kwamen steeds meer beroepen. Er was een groeiende behoefte aan technisch geschoold personeel. Daarom kwamen er meer scholen en beroepsopleidingen bij.

Het beleid om de lonen kunstmatig laag te houden werd in 1963 door de regering opgegeven. Door de snel stijgende lonen kregen mensen meer te besteden.
Er werd geld uitgegeven aan allerlei consumptiegoederen zoals auto’s, televisies, radio’s, keukenapparatuur, maar ook aan vrije tijd (sport, recreatie, vakantie).