Hoe sterk de Nederlandse consumptiemaatschappij afhankelijk is geworden van energie blijkt in 1973 als een aantal Arabische olieproducerende landen opzettelijk een wereldwijd tekort aan aardolie creƫren. Nederland was een van de landen die werd geboycot door een aantal landen uit het Midden-Oosten.
Als gevolg van de boycot werd de levering van brandstof aan klanten beperkt. Benzine ging op de bon: autobezitters kregen benzinebonnen die ze bij het tanken moesten inleveren. Om benzine te besparen werden een aantal autoloze zondagen afgekondigd.
De havenstad Rotterdam en de industrie in Nederland hadden ook veel last van de stagnerende olietoevoer. En ook de overheid kreeg met economische problemen te maken, want door de beperking van het benzineverbruik liep de schatkist miljoenen guldens aan belastingen mis.
Gevolg van de oliecrisis was dat er meer onderzoek gedaan werd naar alternatieve energiebronnen, zoals zonne-energie en windenergie. En ook de discussies over de voors en tegens van kernenergie laaiden op.