Meer inspraak en polarisatie

Door de toegenomen welvaart en mondigheid eisten burgers op allerlei terreinen meer inspraak. Het gezag van de traditionele leiders en gezagsdragers brokkelde in snel tempo af.

Jongeren in de jaren zestig en zeventig probeerden de bestaande gezagsverhoudingen te hervormen. Op scholen en universiteiten werden medezeggenschapsraden ingesteld. Studenten en scholieren gingen meepraten en gaven hun mening.

In de jaren zestig en zeventig lieten protestbewegingen zich zien op straat. Vaak waren de acties opvallend en ludiek.

Dolle Mina was een feministische groepering die opkwam voor gelijke rechten tussen mannen en vrouwen. Met opvallende acties kwam de beweging geregeld in het nieuws.

De traditionele politieke partijen werden uitgedaagd door nieuwe partijen of door progressieve stromingen binnen de eigen gelederen.

De PvdA kreeg te maken met Nieuw Links. Dat was een stroming van linkse jongeren die de partij van binnenuit wilden hervormen om verjonging en meer inspraak te bereiken. Ze kregen uiteindelijk een flinke vinger in de pap, vaak tot ongenoegen van oudere partijleden.

Rond 1970 raakte de politiek in Nederland steeds meer gepolariseerd. Niet alleen binnen de partijen kwamen de traditionele en de progressieve stromingen tegenover elkaar te staan, ook tussen de partijen onderling werden de tegenstellingen groter tussen het zogenoemde Links en Rechts.
In de periode 1973-1977 verliep de samenwerking in het kabinet Den Uyl, tussen PvdA en de grote politieke partij van het midden, de KVP, uiterst moeizaam.