Jodenvervolging

Vanaf het begin van de bezetting hadden joden het zwaar te verduren.
Ze werden ontslagen uit beroepen in de ambtenarij, onderwijs en overheid. 
Ze mochten niet reizen, geen openbare plaatsen zoals bioscopen en parken bezoeken en werden gedwongen in geïsoleerde getto's te leven.

In mei 1942 werd door de Duitsers de Jodenster ingevoerd. Joden moesten de opvallende ster verplicht op hun kleding dragen.

In de zomer van 1942 werden de eerste Joden naar doorvoerkamp Westerbork gebracht. Vanuit dat kamp gingen Nederlandse Joden naar vernietigingskampen in Duitsland en Polen.
Het merendeel van de Nederlandse joden, ruim honderdduizend, werden daar vermoord.