Democratie onder druk

Mussolini en Hitler

Overal in Europa zorgde de wereldcrisis voor nieuwe onzekerheid, armoede en ontevredenheid. Dat was te merken in de politiek. In de ogen van velen hadden de leiders weer gefaald, net als bij de Eerste Wereldoorlog. Zij zochten hun heil bij radicale, antidemocratische partijen die de problemen met geweld wilden oplossen.
 

Mussolini

In alle Europese landen werden communisten sterker. Zij wilden naar voorbeeld van Rusland de macht in handen geven van één partij en alle privébezit in handen van de staat brengen. Hiervoor was een gewelddadige revolutie nodig van de arbeiders.

In Italië kreeg het fascisme van Mussolini veel aanhang. Knokploegen in zwarte uniformen beheersten de straat. Mussolini geloofde in herstel van het Romeinse Rijk door gewelddadige uitbreiding van kolonies. Hij kreeg inderdaad de macht in handen en werd later een bondgenoot van Hitler-Duitsland.

Anton Mussert

In Duitsland beloofden de nationaalsocialisten onder Hitler wraak voor de vernederingen van Versailles en herstel van de economie. Alleen een krachtige leider kon Duitsland weer rijk en machtig maken.

Ook in Nederland kwam een nationaalsocialistische beweging tot stand: de NSB van Anton Mussert.