Bestuurlijke en culturele overheersing na 1850

De moederlanden waren trots op alles wat met hun eigen land te maken had en voelden zich superieur ten opzichte van de koloniën. Dit noemen we nationalisme. De ingelijfde landen in Afrika en Azië kregen de cultuur van het moederland opgedrongen. In de Engelse, Franse, Duitse en andere Europese koloniale gebieden kwam een bestuur zoals in het moederland. 

De leiding was altijd in handen van de blanken. Lagere bestuurders werden soms ook uit de plaatselijke bevolking gerekruteerd.
De taal van het moederland werd verplicht gesteld en dat verklaart het feit dat veel landen in Afrika ook nu nog overwegend Frans- of Engelstalig zijn. 
De cultuur van het moederland was in de koloniën overal zichtbaar zoals in de architectuur, infrastructuur en de kleding van mensen. De oorspronkelijke bewoners werden vaak gedwongen om de eigen cultuur op te geven.
Een belangrijke rol speelde de verspreiding van het christelijke geloof. Tal van missionarissen en zendelingen vertrokken naar de koloniën om het geloof te verspreiden.