Verlicht absolutisme - 1

De absolute vorsten van Europa begrepen dat de Verlichtingsideeën een gevaar vormden voor hun machtspositie. Sommige vorsten voelden zich tegelijkertijd ook aangetrokken tot de Verlichtingsideeën.

Met wat aanpassing wisten zij deze ideeën zelfs in hun eigen voordeel om te buigen. Frederik II van Pruisen sprak over een sociaal contract. Zijn onderdanen, zei hij, gaven hem de macht zodat hij het algemeen belang kon dienen.

Frederik noemde zich de eerste dienaar van de staat. Dat was een heel andere machtsbasis van het koningschap dan de machtsbasis waarin een absoluut vorst als Lodewijk XIV geloofde. Die verkondigde namelijk dat het koningschap door God was gegeven.

Vorsten als Frederik II en Catharina de Grote worden ook wel verlicht despoten genoemd. Ze waren aangeraakt door de ideeën van de Verlichting maar namen geen afstand van hun absolute macht.