![]() ![]() |
Jean-Jacques Rousseau is een van de bekendste Verlichtingsfilosofen. De wil van het volk zou volgens hem een belangrijk uitgangspunt moeten zijn voor het besturen van een land en van het recht. Rousseau zag de maatschappij als een verzameling burgers die onderlinge afspraken maakten, of zoals hij het noemde: een onderling contract afsloten. Zijn idee over de verhouding tussen volkswil en staatsmacht wordt gezien als een belangrijke pijler van de moderne democratie. Rousseau geloofde in een natuurlijke toestand waarin oprechtheid, eenvoud en gevoel vooropstonden, een oervorm van een ideale menselijke samenleving. De mensheid was volgens de filosoof ver van dat ideaal afgedreven maar kon die ideale toestand opnieuw ‘uitvinden’. Net als de andere Verlichtingsfilosofen geloofde hij in een maakbare samenleving. De staat als uitdrukking van de volkswil kwam hem ook op kritiek te staan. Want: dictators kunnen verkondigen dat zij de volkswil ten uitvoer brengen en zo hun macht rechtvaardigen.
![]() ![]() |
Spinoza was een Nederlands filosoof en zoon van Portugees-Joodse immigranten. Binnen de Joodse gemeenschap maakte hij zichzelf onmogelijk door tegen allerlei regels te zijn. Spinoza wilde geen strenge voorschriften. Hij was voor vrije interpretatie van de Bijbel en zag God niet als een almachtige schepper maar als letterlijk alles: de natuur, de mensen, de dieren en het heelal. Spinoza geloofde in vrijheid: vrij zijn betekende onafhankelijkheid, vrij zijn van je eigen emoties. Spinoza's opvattingen passen goed in de traditie van het rationeel optimisme omdat hij de mens centraal stelde. De denkbeelden van Spinoza werden in de zeventiende eeuw besproken op informele bijeenkomsten met andere wetenschappers en intellectuelen. Spinoza ontwikkelde met zijn bijeenkomsten een netwerk van vrijdenkers.
![]() ![]() |
Voltaire wordt gezien als een van de belangrijkste denkers van de Verlichting. Speerpunten in de ideeën van Voltaire waren: intellectuele vrijheid en een vurige strijd tegen onwetendheid, corruptie en bekrompenheid.
Met zijn drang naar vrijheid kwam hij veelvuldig in botsing met de toen nog alomvattende macht van de kerk. Fundament van kennis en vrijheid was volgens Voltaire het verstand dat mensen in staat stelt te denken. Voltaire was een welkome gast aan menig vorstenhuis waaronder dat van Frederik de Grote. Hij had in die rol grote invloed op het intellectuele leven van zijn tijd. Voltaire past goed in het rationeel optimisme van de Verlichting vanwege zijn fascinatie voor de maakbare samenleving.
![]() ![]() |
John Locke was een gelovig man en tegelijkertijd Verlichtingsdenker. Ook Locke zag kennis als de sleutel tot een betere samenleving. Locke stelde zich vragen die nog steeds actueel zijn: Hoe komen we tot kennis? Wanneer weten we of iets waar is en waarin verschilt objectieve kennis van een mening? Belangrijk uitgangspunt voor zijn ideeën over de staat was het zogenaamde 'natuurrecht'. Dit natuurrecht was volgens Locke algemeen en een voor ieder individu geldend recht. Daarbij hoorde het recht op leven, vrijheid en eigendom. De staat was volgens Locke een overeenkomst tussen burgers die hun natuurlijke rechten overdroegen aan de overheid. Deze constructie leverde de mens de grootst mogelijke veiligheid en bestaanszekerheid. Locke wordt gezien als een belangrijke grondlegger van het liberalisme.