![]() ![]() |
De Schotse geleerde Adam Smith is de grondlegger van moderne ideeën over de economie. Vrijheid van economisch handelen vond hij erg belangrijk. Smith geloofde dat als ieder mens zijn eigen belang volgde, het met het algemeen belang vanzelf goed kwam. Smith meende dat een ‘onzichtbare hand’ zorgde voor harmonie tussen het eigenbelang en het belang van de samenleving.
Hij was de eerste die verkondigde dat de economie onderhevig is aan natuurwetten. Een gezonde economie was volgens Smith georganiseerd naar het vrijemarktprincipe. De vraag hoe ver vrijheid op economisch gebied mag gaan en waar de rol van de overheid begint, is nog steeds actueel.
![]() ![]() |
Descartes, die 20 jaar lang in de Republiek woonde en werkte, ontwikkelde in samenwerking met andere wetenschappers een rationele kijk op de wereld.
In een rationeel wereldbeeld is geen plaats voor het geloof in wonderen. De opvatting van Descartes was dat zintuigen vaak onduidelijke kennis voortbrengen: de menselijke waarneming is subjectief. Hij is gevormd door een mening.
Hij kwam tot de conclusie dat kennis die het verstand voortbrengt betrouwbaarder is dan kennis op basis van waarneming via de zintuigen.
Zijn credo ‘Ik denk, dus ik besta’ vloeit voort uit die aanname. Descartes zag het menselijk verstand als bron van zuivere kennis.
![]() ![]() |
Montesquieu is een van de grondleggers van de sociologie en politicologie. Zijn werk legde de basis voor deze wetenschappen. De maatschappij was volgens Montesquieu, net als de natuur, onderhevig aan wetten.
Hij pleitte voor een strikte scheiding der machten, het idee van de trias politica, bestaande uit een uitvoerende, een wetgevende en een rechterlijke macht. Onderlinge controle van de drie machten zou volgens hem voorkomen dat één macht de overhand zou krijgen. Een dergelijk politiek systeem waarborgde een vrij leven voor haar burgers met een grotere mate van gelijkheid. Ook in onze huidige tijd vormen de ideeën van Montesquieu de grondslag van de manier waarop onze maatschappij is georganiseerd.
![]() ![]() |
Diderot was een Verlichtingsdenker met een onuitputtelijk geloof in de vooruitgang. Het idee dat meer kennis de mensheid vooruit zou helpen bracht hem op het idee een encyclopedie te maken. Allerlei wetenschappers en schrijvers konden daaraan bijdragen. Diderot wilde zo alle kennis beschikbaar maken voor iedereen.
Hij maakte de encyclopedie niet alleen voor generatiegenoten maar ook voor toekomstige generaties. Kennis en scholing zou mensen tot betere en deugdzamere wezens maken. Op die manier droeg toegankelijke kennis bij tot een betere samenleving. Tegen de encyclopedie was veel weerstand. Vooral de nadruk op religieuze vrijheid die Diderot voorschreef was aanleiding voor verbod op het werk.