Koning George III van Engeland was in vele oorlogen verwikkeld die hem zeer veel geld kostten. In Noord-Amerika vochten zijn legers tegen Franse troepen die daar gebieden probeerden te veroveren.
Om de dure oorlogen te kunnen betalen verhoogde de Engelse koning de belastingen. De 13 Engelse koloniën in Noord-Amerika kregen te maken met extra hoge accijnzen op producten als suiker, thee en papier. De inwoners van de koloniën waren woedend over de accijnzen.
De koloniën waren woedend dat ze wel belasting betaalden maar geen enkele politieke inspraak kregen in het Britse parlement. De kiem voor een opstand tegen het moederland was daarmee gelegd.