De grootmachten van Europa veroverden overzeese gebieden.
Ze beheersten met een winstgevende handel in exotische producten de wereldeconomie. Deze exotische producten uit de koloniƫn waren populair. De handel in de 17e eeuw nam verder toe.
Om aan de stijgende vraag te kunnen voldoen werden plantages aangelegd. Schepen vertrokken uit West-Europa met handelswaar voor Afrika (vooral vuurwapens, drank, buskruit, ijzer en textiel). Uit Afrika werden voor de plantages slaven aangevoerd. Producten van de plantages werden vervolgens verscheept naar Europa. Zo ontstond een driehoekshandel waarmee veel winst werd gemaakt.