Humanisten grepen terug op de ideeën en de cultuur uit de klassieke oudheid. Zij legden nadruk op menselijke waardigheid. Studie was volgens humanisten een goede manier om een zinvol leven te leiden.
De klassieke letteren van de Grieken en Romeinen waren volgens humanisten het hoogtepunt van de menselijke beschaving en cultuur. Humanisten keerden zich af van het middeleeuwse Kerklatijn en richtten zich op het bestuderen van de originele antieke tekstbronnen.
Ook gingen zij zelf boeken schrijven in de stijl die zij zo bewonderden. Humanisten geloofden zeer zeker in God maar waren tegen de strenge regels van de kerk die mensen precies voorschreef hoe ze moesten geloven.
Humanisten waren tegen de kerkelijke dogma's en benadrukten een individuele manier van geloven. Het humanisme was in die zin een belangrijke wegbereider van de reformatie.