Oproep tot de eerste kruistochten

Urbanus II nam in 1089 zijn intrek in Rome nadat hij de tegenpaus had verdreven.
In 1095 had de paus een bespreking met Franse, Duitse en Italiaanse bisschoppen.

Daar was een delegatie aanwezig van de Byzantijnse keizer Alexius van het Oost-Romeinse Rijk.

Deze deed een dringend verzoek om militaire steun van de paus. Reden was de Turkse bedreiging van het Byzantijnse Rijk en de bezetting van Het Heilige Land door moslims.

Urbanus II ging in op het verzoek van de Byzantijnse keizer. Hij zag het als zijn christelijke plicht maar het was ook een strategische zet. Hij hoopte als initiatiefnemer van de strijd tegen de moslims het pauselijk gezag te herstellen. Bovendien hoopte hij hiermee de eendracht te vergroten tussen de continu oorlog voerende ridders en vorsten.

In 1095 predikte Urbanus II de Eerste Kruistocht. In heel Europa werden mensen opgeroepen voor de 'Heilige Strijd'. De uitroep 'Deus lo Volt!' (God wil het!) bracht honderdduizenden mensen in religieuze extase en werd de strijdkreet van de kruisvaarders. Het aanzien van de paus steeg als gevolg van de oproep tot een heilige strijd.