In 1099 werd Jeruzalem veroverd en stichtten de kruisvaarders enkele kleine staten waaronder het Koninkrijk Jeruzalem. Godfried van Bouillon, een van de leiders van de Eerste Kruistocht, werd aangesteld als 'Beschermer van het Heilige Graf'.
In 1187 werd Jeruzalem door de moslims heroverd. In een periode van tweehonderd jaar werden nog ongeveer negen grote kruistochten georganiseerd. Jeruzalem werd echter niet meer heroverd. Het vorstendom Antiochiƫ en het graafschap Tripoli werden in 1289 door de moslims heroverd. De tijd van de kruistochten was daarmee definitief voorbij.
De kruistochten waren voor veel kooplieden een ideale manier om rijkdom in het Midden-Oosten te vergaren. Kooplieden uit Italiaanse steden als Venetiƫ, Genua en Pisa wisten voordelige handelsafspraken te maken met de Byzantijnse keizer.
Daarom was het des te triester dat in 1204 Constantinopel werd geplunderd door de kruisvaarders. De zucht naar buit bleek groter dan het verstand. De betrekkingen tussen westerse en oosterse christenen waren vanaf dat jaar voorgoed bekoeld.