De vorm van het schip is een onveranderlijke factor.
Wij kunnen niets veranderen aan hoe het schip gebouwd is en in elkaar zit.
Goed, het kán wel, maar dat kost een hoop geld en tijd.

Fruitjagers zijn lang en smal.
Dat wil zeggen de lengte breedte verhouding is heel ongelijk.
Die kan wel 6:1 zijn.
Dus zes keer zo lang als breed.
In de vaart zegt men wel eens: Lengte loopt.
Dus lange schepen willen gaan sneller dan korte schepen, in verhouding tot de breedte
Maar door die lengte houden ze niet van manoeuvres.
Stel je maar eens een balk voor.
Geef die aan zijn kontje maar eens een duw en hij zal vrijwel recht door het water gaan, met een aardig vaartje.
Pak hem nu eens bij beide uiteinden en duw hem van je af.
Dit gaat veel zwaarder.
Een lang, "slank", schip manoeuvreert dan weer wel moeilijker.
Maar dat is voor een fruitjager of een containerschip ook helemaal niet zo erg.
Die zijn er voor om zo snel mogelijk van A naar B te varen.
Moet er in de haven gemanoeuvreerd worden, dan duurt het maar wat langer.
En anders nemen ze één of meerdere sleepboten.
Die kosten worden met het sneller van A naar B komen wel terugverdiend.

Een sleepboot is voor zijn breedte juist heel erg kort.
Want dat manoeuvreert juist weer lekker.
Natuurlijk kunnen dit soort schepen ook wel op zee, maar daar zijn ze niet voor ontworpen.
Veel power en manoeuvreerbaarheid is wat een sleepboot nodig heeft.
Er zijn sleepboten die een L/B verhouding hebben van 2:1

Zeesleepboten hebben juist weer wat meer lengte.
Voor hen is de snelheid weer belangrijker dan de manoeuvreerbaarheid.
De wat mindere manoeuvreerbaarheid wordt in de haven ruimschoots gecompenseerd door het enorme vermogen.
Of in de haven van aankomst komt er een havensleepboot om de sleep over te nemen.
Het is dus bij het ontwerpen van een schip van het grootste belang wat de primaire taak van het schip gaat worden en wat de secundaire.
De lengte - diepgang verhouding is ook heel belangrijk.
 Berge Stahl
 Berge Stahl
Een bulk carrier heeft op zich best een gunstige L/B verhouding.
Maar er steekt, geladen, ook nog 25 meter schip ín het water.
Dat heeft allemaal weerstand, wrijving en gewicht.
Andere invloeden van het schip zijn o.a.:
-Het motorvermogen.
-Het ontwerp van het roer en de schroef.
-Wel of niet een (effectieve) boegschroef.
-Hoe snel het schip in zijn vooruit of achteruit kan. (Keerkoppeling/direkt omkeerbare motor, die gestart moet worden in zijn achteruit, (ouderwets)/verstelbare schroef).
Bij van buitenaf komende invloeden moeten we denken aan:
-De wind.
-Stroom.
-Andere scheepvaart.