Sommige diersoorten zijn zelf niet giftig of op een andere manier gevaarlijk, maar ze lijken sprekend op een soort die dat wel is. Dit zorgt ervoor dat ze door hun vijanden met rust gelaten worden. Dit lijken op een andere soort heet mimicry.
Voorbeelden
Een wesp en een zweefvlieg lijken sprekend op elkaar. De zweefvlieg kan niet steken, maar wordt toch met rust gelaten, omdat hij voor wesp wordt aangezien.
De twee slangen lijken erg op elkaar.
De een is giftig, de ander niet.