Opgaven

1H04.2 Opgaven .......................................................................................................

  Verhoudingen vergelijken

 

In een winkelcentrum zijn twee groentewinkels.

Bij supermarkt I koop je 30 appels voor € 9,-

Bij supermarkt II koop je 20 appels voor € 5,60.

  1. Neem de verhoudingstabellen hieronder over en vul ze verder in:
  2. Bij welke supermarkt zijn de appels per stuk het goedkoopst?

 

  Kettingen

 

Bekijk de ketting van Carolien en de ketting van Ito.

  1. Vul voor beide kettingen in je schrift een tabel in.

  2. In welke ketting zitten er in verhouding de meeste rode kralen?

 

 

 

 

  Waspoeder

 

Je ziet twee pakken waspoeder.

Je gaat uitzoeken welke soort waspoeder goedkoper is.

  1. Neem de tabellen over in je schrift.
  2. Welke soort waspoeder is het goedkoopst?

 

  Gehakt

 

Bij winkel A betaal  je voor 1,5 kg gehakt voor € 9,-.

Bij winkel B kost 0,5 kg gehakt € 3,50.

  1. Neem de de tabellen hieronder over in je schrift en gebruik ze om uit te zoeken in welke winkel gehakt het goedkoopst is.
  2. In welke winkel is de gehakt per kg het goedkoopst?

 

  Kaas

 

Bij een supremarkt kun je kiezen tussen twee verschillende verpakkingen jonge kaas 48+:

Je twijfelt tussen één verpakking van 400 gram of twee verpakkingen van 190 gram.

Bereken welke verpakking, omgerekend, per kilo het goedkoopst is.