Hygiëne

Bacteriën planten zich voort door zich te delen (zie afbeelding). Schimmels en sommige bacteriën maken sporen.
Sporen zijn hele lichte, kleine stofjes die je met het blote oog niet kunt zien.
Bacteriesporen heten endosporen.



Bacterie- en schimmelsporen kunnen zich gemakkelijk verspreiden, bijvoorbeeld door hoesten en niezen. Het helpt om een papieren zakdoek voor je mond te houden. Vergeet deze daarna niet weg te gooien!

Sporen van bacteriën en schimmels die in voedsel aanwezig zijn, kunnen zich vermeerderen en kunnen je dan ziek maken. Je spreekt van een voedselvergiftiging.
Een voorbeeld van een bacterie die diarree, lichte koorts, misselijkheid en overgeven veroorzaakt, is de salmonellabacterie. Deze bacterie komt voor in rauw vlees, kip en eieren.

Om te voorkomen dat je een voedselvergifting krijgt, kun je het volgende doen:

Door een goede hygiëne kunnen veel voedselinfecties worden voorkomen.

Een goede hygiëne is belangrijk voor het voorkomen van infecties.
Via een handdruk kun je al sporen overdragen.
Door je handen goed te wassen, houd je de verspreiding van bacteriën en schimmels een beetje tegen.



Op de oranje en paars gekleurde plaatsen blijven vaak bacteriën achter als je je handen niet goed wast.