De totale vraag naar arbeid is gelijk aan de werkgelegenheid.
De werkgelegenheid is dus gelijk aan het totale aantal arbeidsplaatsen, de bezette arbeidsplaatsen plus de niet bezette arbeidsplaatsen (vacatures).
In de tabel zie je de gegevens over de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid in Nederland in 2016.
Totale bevolking in 2016 | 17.034.000 |
Aantal personen van 16-67 jaar | 12.768.000 |
Aantal personen met een baan | 8.403.000 |
Aantal vacatures | 156.000 |
Aantal werkzoekenden zonder baan | 538.000 |
Uit de tabel kun je afleiden dat in 2016 de totale vraag naar arbeid:
8.403.000 + 156.000 = 8.569.000 personen was.
De overheid en de bedrijven zijn de vragers van arbeid.
Particuliere bedrijven hebben als doel het maken van winst.
Deze bedrijven zullen daarom alleen iemand in dienst nemen als hij/zij meer oplevert dan dat hij/zij kost.
Wat een werknemer oplevert, hangt af van het aantal producten dat de werknemer maakt en de verkoopprijs van die producten.
De kosten van de werknemer zijn vooral loonkosten.