Alles wat je nodig hebt of graag zou willen hebben, noem je je behoeften.
Behoeften kun je onderverdelen in:
- primaire behoeften of basisbehoeften en
- secundaire behoeften of luxe producten.
Wanneer je behoeften groter zijn dan je middelen moet je kiezen. In het vak economie staat kiezen centraal.
Bekijk welke spullen primaire of secundaire producten zijn:
Zolder
Bij veel mensen staat de zolder vol met spullen. Het zijn veelal spullen die je niet dagelijks nodig hebt en dus zijn het veelal secundaire behoeften.
Kleding
De kleding die je draagt als je naar school gaat, behoort tot je primaire behoeften.
Natuurlijk zijn er ook wel kledingstukken, zoals bijvoorbeeld dure merkkleding of een baljurk, die behoren tot de secundaire behoeften.
Slaapkamer
Slapen en dus een bed behoren tot de primaire behoeften.
Badkamer
Je dagelijks wassen en je tandenpoetsen behoren tot de primaire behoeften.
Je mooi maken voor de spiegel is meer een secundaire behoefte.
Keuken
In een koelkast bewaar je eten. Eten behoort tot de primaire behoeften. De koelkast zelf behoort bij ons ook wel tot de primaire behoeften. In veel armere landen is het echter een luxe product.
Huiskamer
Een televisie is bij ons bijna niet meer weg te denken. We rekenen het daarom vaak tot de primaire behoeften.
In veel armere landen is een televisie toch echt nog een luxe product.
Meubels heb je in veel soorten en maten. Een stoel en een tafel behoren tot de basisbehoeften. Maar heb je hele mooie, dure meubels dan rekenen we ze tot de secundaire behoeften.