Water kan, net als veel andere stoffen, voorkomen in drie fasen: als vaste stof, als vloeistof en als gas.
In welke fase water voorkomt, hangt af van de temperatuur van het water.
Bij temperatuurveranderingen zijn er verschillende faseovergangen mogelijk:
smelten: van vast naar vloeistof.
Water heeft een smeltpunt van 0 °C.
stollen: van vloeistof naar vast.
Het stollen van water heet ook wel bevriezen.
verdampen: van vloeistof naar gas.
Het kookpunt van water ligt bij 100 °C.
condenseren: van gas naar vloeistof.
vervluchten: van vast naar gas.
rijpen: van gas naar vast.
IJsbloemen ontstaan als waterdamp tegen een koude ruit aankomt.