Na de Tweede Wereldoorlog wilden de landen in Europa nieuwe oorlogen voorkomen. Dat was geen overbodige luxe, want de toenemende vijandigheid tussen Oost en West beloofde weinig goeds.
De beste remedie tegen oorlog werd gezien in een samenwerking op economisch en militair gebied. De eerste stap op weg naar brede Europese samenwerking was de oprichting, door De Benelux-landen (Belgiƫ, Nederland en Luxemburg), Frankrijk, Italiƫ en West-Duitsland, in 1951 van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS).
De oprichting van de EGKS was een succes en in 1957 ondertekenden de landen het Verdrag van Rome: de Europese Economische Gemeenschappen (EEG). Er werden ook steeds meer gezamenlijke beslissingen genomen op politiek, juridisch en economisch vlak. Die ontwikkeling leidde in 1967 tot de oprichting van de Europese Gemeenschap: de EG.