Veenlandschap

Het veenlandschap kun je onderverdelen in laagveengebieden in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Overijssel en hoogveengebieden onder andere in Oost-Groningen en Drenthe.

Ruim 1000 jaar geleden bedekten de veenmoerassen het grootste deel van het Nederlands laagland en grote delen van het hogere achterland. In deze moerassen ontstond veen. Veen is een grondsoort die bestaat uit een bruinzwarte substantie van halfverteerde plantenresten. De veengebieden bleven lange tijd onaangeroerd, want het was er nat en onbegaanbaar en het stikte er van de muggen.
Vanaf de 11de eeuw ging men de veenmoerassen ontginnen. De turf die werd gewonnen werd als brandstof gebruikt. Eerst werden grote delen van het laagveen afgegraven. Later kwamen ook de hoogveengebieden aan de beurt.
De veengebieden die nog over zijn worden tegenwoordig (net als in de middeleeuwen) vooral als weide- of hooiland gebruikt; ze zijn te vochtig voor ander gebruik. Een voorbeeld is De Peel.