Aan het eind van je experiment heb je meetresultaten. Deze resultaten moeten beschreven worden en gepresenteerd aan geïnteresseerden (in jullie geval meestal je docent...).
Er zijn grofweg drie manieren om je resultaten te presenteren in je verslag:
1. een tabel,
2. een grafische weergave (een grafiek of diagram)
3. een beschrijving in woorden.
Een goed verslag bevat alle drie!
Grafieken dienen te voldoen aan de standaardeisen voor grafieken zoals geleerd bij wiskunde en natuurkunde (denk aan titels bij de assen, stapgrootte, grootheden, eenheden etc.). Zie tabblad grafieken en tabellen maken.
Ten slotte beschrijf je de resultaten in woorden en voeg je indien mogelijk foto’s toe. Je vertelt wat jij in de grafieken en tabellen ziet.