1) WIE? Jij en jouw buurman/buurvrouw
2) WAT?
a) Bekijk de belangrijke gebeurtenissen van de oefeningen in stap 1.
b) Kies een gebeurtenis die jullie in detail gaan bestuderen en bescrhijven.
3) HOE?
a) KIES een gebeurtenis en CHECK bij de docent of jullie keuze goed is.
b) ZOEK informatie over deze gebeurtenis.
c) Tips: gebruik zoektermen, gebruik meerdere bronnen, weet door wie de bron is geschreven, etc.
d) WERK in het 'De Opstand- opdracht 2HA' Google Document in Google Classroom
e) BESCHRIJF de gebeurtenis in je eigen woorden. Zorg ervoor dat je de gebeurtenis vanuit
verschillende standpunten bespreekt. Bijvoorbeeld: Filips II ervaart een gebeurtenis heel anders
dan zijn halfzus Margaretha van Parma.
g) Gebruik VOETNOTEN