Vergelijkbaar met het uitdrukken van de zuurgraad in de pH kunnen we de basegraad uitdrukken in de pOH :
pOH = - log [OH-]
Hoe basischer een oplossing, des te groter is [OH-] en des te lager is de pOH-waarde. Er bestaat een verband tussen de concentratie van H3O+-ionen en die van OH--ionen, en dus ook tussen de zuurgraad en basegraad van oplossingen. Deze kunnen we afleiden uit de evenwichtsvoorwaarde die hoort bij het waterevenwicht:
Kw =[H3O+].[OH-]
log Kw = log {[H3O+].[OH-]}
- log Kw = - log [H3O+] - log [OH-]
pKw = pH + pOH
Bij 298 K geldt: pKw= - log 1,0.10-14= 14,00. Dus bij 298K geldt pH + pOH = 14,00. Zo kun je altijd de pH en pOH in elkaar omrekenen! Voor andere temperaturen kun je de waarde van de Kw eventueel terugvinden in BINAS tabel 50A.
We gebruiken bijna altijd voor alle oplossingen, óók voor basische, de pH-schaal. Dit heeft het voordeel dat we op één getallenschaal kunnen aangegeven of een oplossing zuur, basisch of neutraal is, en bovendien hoe zuur of hoe basisch.
pH- en pOH-schaal bij 298 K
Bron: Petrucci, General Chemistry