Een sterk zuur dissocieert volledig in water: alle aanwezige zuurmoleculen hebben hun H+-ion afgedragen. De reactie is een aflopende reactie. Bijvoorbeeld, het oplossen (en direct reageren) van HCl (waterstofchloride) in water:
Een oplossing van HCl in water noemen we zoutzuur. Zoutzuur bevat geen intacte HCl-moleculen meer.
De notatie voor zoutzuur is dan ook niet HCl(aq), maar H3O+(aq) + Cl-(aq). Naast sterke zuren kennen we ook zwakke zuren, maar deze komen voorlopig nog niet aan bod...
Belangrijk: sterke zuren in water noteren we altijd als H3O+ en het zuurrestion!
Sterke zuren staan bij oplossen altijd zoveel mogelijk H+ ionen af aan het water. Er blijft dan een negatief ion over: het zuurrestion. Hieronder staat een tabel met de belangrijkste sterke zuren. Je kunt de meeste namen en formules terugvinden in BINAS tabel 66A en 66B, maar omdat je ze erg vaak nodig hebt kun je ze beter uit het hoofd leren!