vulgreep
Met excel kun je heel gemakkelijk herhalend teksten en reeksen van getallen invoeren, zonder dat je dit cel voor cel moet intypen. Bijvoorbeeld dagen van de week, of jaartallen, of een reeks van getallen.
Type in cel A10 Maandag
Type in cel A11 Dinsdag
Selecteer beide cellen. Rechtsonder ontstaat een zwart vierkantje.Ga daar met de cursor zo opstaan dat de cursor verandert in een zwart plusteken. Trek nu de rechterbenedenhoek naar beneden tot cel A16. De dagen van de week staan nu onder elkaar
Selecteer de cellen A10 tot en met A16. Doe de toetscombinatie CTRL X en klik op de deleteknop. De cellen zijn nu leeg en de ‘formule’is ook weg.
Type in cel A10 maandag en in cel B10 18 mei
Type in cel A11 dinsdag en in cel B11 19 mei
Selecteer deze vier cellen A10 t/m B11
Sleep het zwarte vierkantje rechtsonder naar beneden tot rij 22.
Je krijgt nu een soort kalender.
Het invoeren van jaartallen.
Excel herkent niet automatisch een jaartal. Type je in een cel het getal 2000, dan beschouwt excel dit niet als een jaartal, maar als een gewoon getal. Dus moet je een trucje uithalen.
Een jaartal voer je in door eerst een accent te typen en daarna pas het getal. Als je dit doet dan verschijnt een groen driehoekje rechtsboven in de cel.
Zie eventueel het filmpje AUTOMATISCHE VULGREEP
Zet in cel E2 het jaartal ‘2000
Zet in cel E3 het jaartal ‘2001
Maak een reeks tot en met het jaar ‘2020 met behulp van de vulgreep
LET OP: EEN JAARTAL VOER JE ALS VOLGT IN:
Type in de cel eerst het accentteken. Dit zit onder het aanhalingsteken. Type dan het jaartal er aan vast.
Zet in cel F1 de tekst rentepercentage
Zet in cel F2 het getal 4
Selecteer cel F2 en gebruik de vulgreep en vul aan tot en met het jaar 2020 (kolom E)
Zet in cel H1 het getal 1
Zet in cel H2 het getal 2
Vul aan tot en met het getal 35 met de vulgreep
Automatische vulgreep
percentages
berekeningen
Berekeningen.
In excel kun je getallen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder kun je worteltrekken en machtsverheffen. Deze laatste twee worden niet behandeld/
Om te kunnen rekenen in excel heb je formules nodig. Deze formules vertellen met welke cellen (de inhoud ervan) je wilt rekenen.
Optellen: = a1+b1 Excel telt de inhoud van cel a1 op bij de inhoud van B1
Aftrekken: = A1-B1 Excel trekt de inhoud van cel A1 af met de inhoud van cel A2
Vermenigvuldigen = A1*B1 Excel vermenigvuldigt de inhoud van de cellen a1 en A2
Delen = A1/B1 Excel deelt de inhoud van A1 door de inhoud van A2
LET OP: het teken : betekent in het excels tot en met. Voor delen gebruiken we in Excel het / teken
FILMTIP bij deze les: BEREKENINGEN
Zet in cel A1 het getal 25
Zet in cel B1 het getal 14
Zet in cel C1de formule = a1+b1 (en activeer de formule natuurlijk met de groene V)
Zet in cel A3 het getal 25
Zet in cel B3 het getal 14
Zet in cel C3 de formule = a3-b3
Zet in cel A5 het getal 25
Zet in cel B5 het getal 14
Zet in cel C5 de formule = a5*b5 (de * is het keerteken in excel, dus niet de x)
Zet in cel A7 het getal 25
Zet in cel B7 het getal 14
Zet in cel C7 de formule = a7/b7 (De slash / is in excel het deelteken)
Je kunt ook ingewikkelde formules maken in excel. Die zijn bijvoorbeeld nodig als je de rente wilt berekenen, of een indexcijfer, of een percentage van een totaal. Dit wordt in een van de volgende lessen behandeld.
Een voorbeeld van een samengestelde formule is:
= 2*(350-20)
Excel leest deze formule als volgt:
Excel doet altijd eerst wat tussen haakjes staat, dus rekent eerst uit hoeveel 350 min 20 is (330)
Daarna vermenigvuldigt excel de uitkomst van de berekening tussen haakjes met 2, want 2 staat voor het haakje. (uitkomst is 660)
Vraag:
Wat is de uitkomst als je geen haakjes zet? (controleer of je ook als uitkomst 680 hebt)
Zet in een lege cel de formule = 2*(750-200)
(er moet 1100 uitkomen, is dit bij jou ook zo?)
Zet in de cel eronder de formule =2*750-20 de uitkomst is (1480)
Dit komt omdat excel nu eerst 2 keer 750 doet en daarna pas - 20
De volgorde waarin excel opdrachten belangrijk vindt is:
Machtsverheffen
Vermenigvuldigen
Delen
Worteltrekken
Optellen
Aftrekken
Het beroemde ezelsbruggetje hiervoor is Meneer Van Dale Wacht Op Antwoord
Daarom is het handig om met haakjes te werken in de berekeningen, zodat excel goed weet wat hij eerst moet doen en wat pas later. Dus: alles binnen haakjes krijgt voorrang
Wat zijn de uitkomsten van de volgende formules:
= 3*500-200 controle; antwoord is 1300
= 3*(500-200) controle; antwoord is 900
Wat zijn de uitkomsten van de volgende formules:
= 200-120/30*3 (188)
= (200-120)/30*3 (8)
= 200-120/(30*3) (198,6667)
BEREKENINGEN
Grote bestanden in excel en het kopiëren van een formule
Je hebt pas echt plezier van excel bij grote bestanden met veel getallen, waarbij je de formule van een berekening kunt kopieren zodat je voor alle getallen in een keer de berekening kunt maken. Hier kun je heel veel tijd winnen.
Je hebt voor een bepaald aantal weken gegevens opgezocht over de omzet van een ijscokraam. Het aantal verkochte ijsjes is het resultaat van de volgende formule:
4 keer de gemiddelde temperatuur plus het aantal uren zon gedeeld door 2 min 2 keer het aantal millimeters regen
De excelformule hiervoor is =4*(temperatuur+100) + (zonneuren/2) – (2*millimeters regen). Deze formule is een gegeven (hoef je niet te verklaren).
Je ziet hieronder deze gegevens. Donwload het bestand Oefenbestanden Excel aan het eind van de lessenserie naar je laptop en open het bestand
Op het tabblad ijsjes vind je deze gegevens. Vul de weeknummers aan met de vulgreep.
Cel A1 |
Cel B 1 |
Cel C1 |
Cel D 1 |
Cel E1 |
26 |
20 |
10 |
30 |
|
27 |
24 |
12 |
10 |
|
28 |
19 |
6 |
40 |
|
29 |
17 |
4 |
50 |
|
30 |
25 |
12 |
0 |
|
31 |
22 |
10 |
10 |
|
In de cellen A1 tot en met E1 staan de kopjes (de namen) van de kolommen. De eerste gegevens komen dus in de rij 2 te staan. Weeknummer 26 staat dus in cel A2, de temperatuur 20 graden staat in B2, enzovoort.
We gaan de formule zetten in cel E2
In excel taal is deze formule: =4*(B2+100)+(C2/2)-2*(D2)
a. Hoeveel ijsjes zijn er verkocht in week 26? (425)
Dit is dus een vrij moeilijke formule die je niet voor elke week opnieuw wilt maken. Dat hoeft ook niet, want je kunt de formule simpel naar beneden kopiëren.
Klik in het zwarte rechthoekje in de cel E2 en sleep de cursor naar beneden, tot en met cel E7.
b. Hoeveel ijsjes zijn er verkocht in week 29? (370)
c. Welke formule staat nu in cel E6? =4*(B6+100)+(C6/2)-2*(D6)
Je hebt de volgende gegevens: (zie oefenbestand excel tabblad nettowinst)
jaar |
omzet |
inkoopkosten |
vaste kosten |
nettowinst |
1999 |
12000 |
|
3000 |
|
2000 |
14000 |
|
3000 |
|
2001 |
23000 |
|
3000 |
|
2002 |
16000 |
|
3000 |
|
2003 |
17000 |
|
3000 |
|
2004 |
19000 |
|
3000 |
|
2005 |
14000 |
|
3000 |
|
2006 |
18000 |
|
3000 |
|
2007 |
20000 |
|
3000 |
|
2008 |
15000 |
|
3000 |
|
Toelichting: Een bedrijf weet uit de afgelopen jaren (1999 tot en met 2008) welke omzet ze heeft gehad. Deze omzet staat in de tabel in excel.
De inkoopkosten zijn telkens 80% van de omzet. 80% van de omzet kun je ook schrijven als 0,8 * iets. Dus voor 1999 zou de formule zijn 0,8*cel waar de omzet van 1999 in staat.
De vaste kosten zijn elk jaar 3000.
De nettowinst is omzet – (inkoopkosten + vaste kosten)
FILMTIP: Berekeningen met formules