Nieuwe Wereldorde (vanaf 1990)

Paragraaf 1 en 2:

Begrippen:

a. nationalisme
b. terrorisme
 

Leerdoelen:

1. Ik kan zeven gevolgen van het einde van de Koude Oorlog en de daardoor gewijzigde machtsverhoudingen herkennen en beschrijven.

Paragraaf 3:

Begrippen:

c. autonomie
 

Leerdoelen:

2. Ik kan het bestuur van Europa herkennen en beschrijven.

3. Ik kan de vier gevolgen van voortgaande Europese samenwerking voor Nederland herkennen en beschrijven:

Paragraaf 4:

Begrippen:

d. poldermodel
e. verzorgingsstaat
f. identiteit
g. multiculturele samenleving
h. secularisatie
i. individualisering
j. globalisering
k. referendum
 

Leerdoelen:

4. Ik kan negen ontwikkelingen in Nederland vanaf 1990 omschrijven.

5. Ik kan twee ontwikkelingen in de Nederlandse staatsinrichting herkennen en beschrijven vanaf 1990.

Overall:

6. Ik kan staatkundige kaarten van Europa aan de bijbehorende periode herkennen.
7. Ik kan uitleggen waarom grondrechten met elkaar op gespannen voet kunnen staan.

Personen:

Jaartallen: