De periode (1945-1989)

Paragraaf 4.4:

Begrippen:

a. dekolonisatie
b. onafhankelijkheid
c. politionele acties
d. soevereiniteitsoverdracht
 
Leerdoelen:
  1. Ik kan het gevolg van het nationalisme in Indonesiƫ omschrijven.
  2. Ik kan uitleggen op welke manier Nederland zijn kolonie heeft proberen te behouden.
  3. Ik kan uitleggen waarom Nederland in 1949 overging tot de Soevereiniteitsoverdracht van Indonesiƫ.

Paragraaf 1:

Begrippen:

e. invloedssferen
f. satelietstaten
g. containment
h. kapitalisme
i. democratie
j. communisme
k. dictatuur
 

Leerdoelen:

4. Ik kan twee voorbeelden van de nieuwe machtsverhoudingen als gevolg van de Tweede Wereldoorlog herkennen en beschrijven.
5. Ik kan de nieuwe machtsverhoudingen tussen de VS en de Sovjet-Unie herkennen en beschrijven aan de hand van het denkbeeld (ideologie), het gebied, politieksysteem en het economischsysteem.
6. Ik kan de twee bondgenootschappen van de Koude oorlog opnoemen.
7. Ik kan omschrijven op welke manier de VS en de Sovjet-Unie hun invloed uitoefenden.
8. Ik kan uitleggen wat de Blokkade van Berlijn in 1948 inhield aan de hand van: D-mark, Stalin en luchtbrug.
9. Ik kan omschrijven hoe de strijd in de Koude oorlog verliep.
10. Ik kan beschrijven hoe Duitsland verdeeld is geraakt in twee landen.

 

Paragraaf 2:

Begrippen:

l. glasnost
m. perestrojka
 

Leerdoelen:

11. Ik kan de volgende gebeurtenissen uit de Koude Oorlog herkennen en beschrijven:

12. Ik kan uitleggen wat de woorden glasnost en perestrojka betekenen.
13. Ik kan uitleggen welk gevolg de glasnost en perestrojka hadden.

 

Paragraaf 3:

Begrippen:

n. Veiligheidsraad
o. vetorecht
 

Leerdoelen:

14. Ik kan de eerste vormen Europese Samenwerking herkennen en beschrijven.
15. Ik kan twee doelen opnoemen voor de Europese Samenwerking.
16. Ik kan de wereldwijde internationale samenwerking herkennen en beschrijven.
17. Ik kan omschrijven op welke manier de wereldwijde internationale samenwerking te werk gaat.

 

Paragraaf 4:

Begrippen:

p. emigratie
q. Marshallhulp
r. consumptiemaatschappij
s. verzorgingsstaat
t. amerikanisering
u. gastarbeider
v. migranten
w. jongerencultuur
x. ontzuling
y. democratisering
 

Leerdoelen:

18. Ik kan economische veranderingen in Nederland tijdens de Koude Oorlog omschrijven en herkennen aan de hand van: wederopbouw en Marshallhulp, emigratie, naar economische groei en welvaartsstijging met een consumptiemaatschappij tot opbouw verzorgingsstaat en werkloosheid in de jaren tachtig.
19. Ik kan zeven voorbeelden omschrijven en herkennen van sociaal-culturele verandering vanaf de jaren zestig in Nederland.
20. Ik kan zeven sociale grondrechten opnoemen die in 1983 in de grondwet zijn opgenomen.

 

Overall:

21. Ik kan staatkundige kaarten van Europa aan de bijbehorende periode herkennen.

Personen:

Jaartallen: