Boek 6

De Val Recensieopdracht

Een diepe kuil

Frieda Borgstein is de hoofdpersoon en woont in een bejaardencentrum. Ze denkt nog vaak aan haar man Jacob en haar kinderen Olga en Leo. Op 21 april 1942 zijn zij opgepakt door de Duitsers. Frieda heeft hen nooit meer gezien. Het was de bedoeling dat ze die dag, samen met verzetsman Hein Kessels, naar Zwitserland zouden vluchten. Toen hij iets te vroeg kwam, en Frieda boven nog snel even een extra vest aan het halen was, werden Hein, Frieda's man en de twee kinderen opgepakt door waarschijnlijk toevallig voorbij rijdende SD'ers. Hein Kessels had ze verraden. Door het toeval was Frieda nog boven, zodat zij niet meegenomen is. Haar gezin kwam om tijdens de oorlog en Frieda bleef alleen achter. In het bejaardenhuis heeft Frieda vooral contact met Ben Abels, die vroeger op het kantoor van haar man gewerkt heeft. De volgende dag wordt ze 85 en wil ze voor het eerst sinds veertig haar verjaardag vieren. Dan moet ze naar de bakker om gebak te halen. Buiten zijn twee mannen, Baltus en Verstrijen, bezig in een stadsverwarmingsput op straat, maar voor het gemak hebben ze geen hekje rond de put gezet. Door de harde storm valt Frieda in de put. Ben Abels rent naar buiten en als Frieda uit de put wordt gehaald door Verstrijen leeft ze nog, maar later overlijdt ze aan haar verwondingen. Ook Verstrijen heeft ernstige brandwonden.

Frieda Borgstein:
Zij is een 84-jarige vrouw die in een bejaardentehuis woont. Zij is de enige van haar gezin die de Tweede Wereldoorlog overleefd heeft. Voor Frieda's gevoel is die oorlog nog niet voorbij, want ze weet nog steeds niet waarom de Duitsers haar niet meegenomen hebben en de rest van haar gezin wel. Daar komt ze in de rest van het boek ook niet achter. Ze is een round character.
Ben Abels:
Ben Abels werkte voor de oorlog op het makelaarskantoor van Jacob Borgstein. Dat was de man van Frieda. Tegenwoordig werkt Ben in het bejaardentehuis waar Frieda woont. Hij is de enige die Frieda begrijpt en haar serieus neemt. Na de dood van Frieda komt hij erachter waarom zij niet meegenomen is. Hij is een round character.
Jacob, Olga en Leo:
Dit zijn de man, dochter en zoon van Frieda die allemaal zijn omgekomen in de oorlog. Ze zijn flat characters.
Baltus en Verstrijen:
Ze zijn monteurs die reparatiewerkzaamheden verrichten aan de stadsverwarming. Ze zetten voor het gemak geen hekjes om de put waarin ze werken ( Frieda zal er later dan ook invallen). Ze zijn flat characters.
Rena van Straten:
Zij is de directrice van het bejaardentehuis waar Frieda woont. Ze is een flat character.
Bien Hijmans:
Zij is het hoofd van de huishouding in het bejaardentehuis. Ze is een flat character.
Hein Kessels:
Hij is de man die het gezin Borgstein naar Zwitserland zou brengen. Hier kwamen de Duitsers achter en de Borgsteins werden opgepakt.

Recensie: Ik vond het een zeer goed boek, vooral omdat het pas op het moment dat ze in de put valt eigenlijk begint, maar daarmee ook gelijk eindigt. Dat vind ik wel heel bijzonder en daarom wel heel goed gedaan van de schrijfster, want ze houdt je eerst wel even eigenlijk voor de gek omdat je denkt dat er iets anders met de hoofdpersoon gaat gebeuren in plaats van dat ze dood gaat.