Kinderjaren
Jona Oberski
Het leven in de oorlog
Korte samenvatting:
Het boek gaat over een joods jongetje die samen met zijn vader en moeder op het concentratiekamp terecht komt. In het begin van het boek is hij samen met zijn moeder op kamp Westerborg, maar dit blijkt een vergissing te zijn. Na 1 week worden ze dus al vrij gelaten, door hulp van zijn vader. Een paar dagen daarna is hij jarig. Hij krijgt van zijn vader en moeder een harlekijntje, als teken van veiligheid.
Dan moeten ze voortaan een Jodenster dragen. Er vindt een inval plaats door soldaten en ze worden meegenomen. Ze worden op de trein gezet richting Westerborg. Eenmaal aangekomen in Westerborg proberen vader en moeder er alles aan te doen om vervoerd te worden naar Palestina. Ze worden omgeroepen dat ze weg mogen uit het kamp, maar ze gaan niet naar Palestina, ze worden naar een ander kamp geplaatst. Op dit kamp wordt de vader gescheiden van hem en zijn moeder.
In het kamp heeft hij ook klusjes die hij moet uitvoeren. Zo moet hij soms mee om de keukenpannen schoon te maken. Hij mag samen met andere kinderen de pannen leegeten. Hij heeft zijn vader nu al een lange tijd niet gezien. Als zijn vader jarig is, kunnen ze hem eindelijk bezoeken. Ze zijn heel blij dat ze hem eindelijk een keer kunnen zien. Zijn vader wordt even later ziek, hierdoor kunnen ze hem vaker zien. Zijn vader is zo erg ziek dat hij bijna dood gaat. Zijn moeder en hij zelf zijn erbij als zijn vader overlijdt.
Ze vertrekken weer met een trein naar Palestina, althans dat wordt gezegd. Ze zitten al 2 weken in de trein. Als de trein stopt, gaat hij samen met Trude (een meisje in de trein) naar buiten om soep te maken. De volgende dag worden ze bevrijd door de Russen. Alle mensen worden ondergebracht. Zijn moeder is ernstig ziek en wordt naar een ziekenhuis gebracht. Hij bezoekt zijn moeder 1 keer. Daarna vertelt Trude hem dat de weg afgesloten is en hij niet meer naar zijn moeder kan. Even later verteld Eva (zijn kamergenoot) hem dat zijn moeder dood is en dat de weg helemaal niet afgesloten was. Hij wordt boos op Trude. Eenmaal terug in Nederland wordt hij geadopteerd.
Over de schrijver:
De schrijver van het boek is Jona Oberski. Hij is geboren in Amsterdam op 20 maart 1938. Hij is zelf ook van Joodse afkomst. In het boek vertelt hij over wat hij heeft meegemaakt in de oorlog en concentratiekampen. Jona overleefde de oorlog wel, maar beide ouders van hem overleefden het niet. Dit komt ook letterlijk terug in het boek. Na de oorlog probeerde hij een nieuw leven op te bouwen. Inmiddels heeft hij een vrouw en 3 kinderen. Ik vind dat hij soms wel een beetje verwarrend schreef, soms wist ik niet wat er bedoeld werd. Ik vond het daarentegen wel goed geschreven, want je leefde jezelf wel in het boek.
Eindoordeel:
Ik vind het heel mooi dat hij schrijft over wat hij heeft meegemaakt in de oorlog. Ik vind het daarnaast erg knap dat je zo’n heftig verhaal wil delen en er dan ook een boek over maken. Ik vind het een leuk boek, ik las er vrij vlot doorheen en begon eigenlijk zonder tegenzin met lezen. Ik vind dit boek dan ook zeker een aanrader.