Opdrachten

Maak de onderstaande opdrachten met behulp van de bovenstaande tekst:

 

Opdracht 1.

Wie maakt er bij jullie thuis schoon?

 

Maak jij je eigen kamer schoon? Hoe doe je dat?

 

 

 

Maak je nog meer schoon in huis?

 

 

 

Opdracht 2

Noem twee doelen van schoonmaken

1.

2.

 

Opdracht 3

Wat bedoelen we met “Middelen”, noem 2

1.

2.

 

Wat bedoelen we met “materialen”, noem 2

1.

2.