De bronnen … maken duidelijk wat er al bekend is over het onderwerp.
Als je een goede onderzoeksvraag hebt moet je informatie over je onderwerp gaan verzamelen. Dit kan op verschillende plaatsen. Internet is daar één van, maar er zijn meer plekken: boeken, tijdschriften of mensen die veel over een onderwerp weten.
Bij het zoeken naar bronnen begin je vaak te zoeken op internet. Maar niet alles wat op internet staat is ook waar. Daarom is het belangrijk om bij elke bron die je vindt, jezelf de vraag te stellen: klopt deze informatie?
Bronnen gebruik je om informatie te vinden over een onderwerp waar je zelf (nog) niet zoveel vanaf weet. Om dan te beoordelen of de informatie die je gevonden hebt ook betrouwbaar en correct is, is dan lastig. Een goede aanwijzing voor de juistheid van de gevonden informatie is als de informatie op meerdere plaatsen te vinden is. Hierbij moet je dan wel goed opletten of de bronnen echt van elkaar verschillen. Is het bijvoorbeeld niet steeds dezelfde persoon of organisatie die op verschillende plaatsen zijn/haar standpunt verkondigt.
Het is dus belangrijk dat je verschillende bronnen zoekt voor je informatie. Gebruik nooit informatie uit maar één bron.
Als je dan de bronnen gevonden hebt, is het handig als je ze later ook nog terug kunt vinden en eventueel kunt gebruiken in je verslag. Daarom schrijf je in je labjournaal de bronnen die je hebt gebruikt. Hiervoor zijn een aantal regels afhankelijk van de bron:
Voorbeeld:
De Vocht, E. & Van der Wildt, R. (1987). Junior encyclopedie van de dieren.
Voorbeeld:
Posthumus, E. (2013). Krachtige kern: Hoe je van een klein beejte uranium een enorme hoeveelheid elektriciteit maakt. Quest, 112.
Voorbeeld:
Volt (eenheid). Wikipedia. (2014). http://nl.wikipedia.org/wiki/Volt_(eenheid). Bezocht op: 29 september 2016.
Bij het werken met bronnen let je op: