Leestekens

Gebruik van de punt

Een punt wordt op verschillende momenten gebruikt. Een punt zie je terug in teksten als leesteken. Een leesteken is een teken dat wordt gebruikt om een tekst beter te kunnen lezen en te kunnen begrijpen. Een punt zie je ook terug bij afkortingen en getallen
 

Onthouden

Aan het einde van een zin schrijf je (meestal) een punt. Daarmee laat je zien dat de zin is afgelopen. 

 

Een punt aan het einde van een zin

taal oefenen, interpunctie, gebruik van de punt

Vrijdag gaan we op schoolreisje. Mijn lievelingsdier is een hond. Vanmiddag heb ik een voetbalwedstrijd.

Let op! 

Spatie

 gebruik van de punt, taal oefenen

Morgen gaan we naar het zwembad. Ik ga dan zeker een bommetje maken van de duikplan. 

 

Mees is dol op schaatsen. Hij kijkt iedere wedstrijd op de televisie.


Uitzonderingen
Het is niet altijd zo dat een zin eindigt met een punt.

Uitzonderingen

 gebruik van de punt, interpunctie, taal oefenen

Op de deur staat: Niet storen a.u.b.

Emma zegt: 'Ik ga naar de dierentuin.'

Titel: Het geheime bos


Een punt kom je niet alleen tegen aan het einde van een zin. 
 

Onthouden

 

Gebruik van het vraagteken

Na een vraag schrijf je een vraagteken.

Het vraagteken

gebruik van het vraagteken, interpunctie 'Wat heb je daar gezien?'
'Weet je nog een moeilijke vraag, opa?'
'Vond je dat eng?'
'Wat is dat?'
'Heb je zin in een uitdaging?'

Onthouden

 

Gebruik van het uitroepteken

Je gebruikt een uitroepteken als iets wordt geroepen of als iemand een heftige
emotie voelt. Bijvoorbeeld wanneer iemand heel blij, boos, bang of verbaasd is. 

Gebruik van het uitroepteken

gebruik van het uitroepteken, interpunctie 'Morgen ben ik jarig!' 
'Je mocht nog geen snoepje pakken!'
'Ik durf niet naar de tandarts!'
'Ik ben hier!'
'Hee, pim!'

Je gebruikt ook heel vaak een uitroepteken als een zin in de gebiedende wijs staat.
Als er in een zin een bevel of opdracht staat en die zin heeft geen onderwerp, dan
staat die zin in de gebiedende wijs. Iemand zegt dan bijvoorbeeld wat je moet doen. 

Uitroepteken bij de gebiedende wijs

'Help!'
'Ruim je kamer op!'
'Pas op!'
'Pak je boek!'
'Leg die bal neer!'
   gebiedende wijs, interpunctie, uitroepteken

Onthouden

 

Gebruik van een dubbele punt

Een dubbele punt wordt meestal gebruikt om te laten zien dat er
een opsomming, een uitleg of een citaat komt. 

Dubbele punt

 

We kunnen kiezen uit: pannenkoeken, frietjes of vissticks.

De mogelijkheden zijn: de dierentuin, zwemmen of het pretpark.
In het Frans heette de blauwe verf: bleu de Gênes
De stof kreeg een andere naam die je vast wel kent: denim.
Michiel vraagt sip: 'Hoe moet het nu verder?'
Juf zegt trots: 'Ik kan zien dat je geoefend hebt.'

Het eerste woord na een dubbele punt krijgt meestal geen hoofdletter, want de zin is namelijk nog niet afgelopen. Er zijn drie uitzonderingen. Na een dubbele punt schrijf je een hoofdletter:

Hoofdletter na dubbele punt

We gaan op vakantie naar: Frankrijk, Spanje of Duitsland.
De kleuters roepen blij: 'Wij gaan naar de speeltuin!'
Controleer het volgende: Heb je je portemonnee? Zit je pinpas erin? Heb je je identiteitsbewijs bij je?

dubbele punt, interpunctie

Onthouden

Let op! Na een dubbele punt komt altijd een spatie. Voor de dubbele punt juist niet. 

De komma

De komma is een leesteken. Een leesteken is een teken dat wordt gebruikt om een tekst beter te kunnen lezen en te kunnen begrijpen. Een komma wordt meestal in de tekst gezet wanneer je bij het voorlezen een duidelijke pauze hoort. Soms is dit lastig te horen en worden er komma's in de tekst gezet, wanneer het eigenlijk helemaal niet nodig is. 

Onthouden

Wanneer gebruik je een komma nou op de juiste manier?
Gebruik een komma onder andere:
 

Gebruik van de komma

gebruik van de komma

 

'Het liefst eet ik een pizza met ham, tomaat en champignons.'

Ik heb een zere knie, omdat ik van mijn fiets ben gevallen.

'Dat is een mooie, zachte, groene trui!'

'Wat kun jij lekker koken, oma!'

Beste mevrouw Jansen,

Het liedje, dat ik vanmiddag heb geleerd, zit nog in mijn hoofd.

Onthouden

Let op! Na de komma komt altijd een spatie. Voor de komma juist niet. Behalve bij getallen: 12,50, 13,45, 18,20, enzovoort...

 

Gebruik komma tussen twee persoonsvormen

Je moet altijd een komma zetten tussen twee persoonsvormen (pv) die naast elkaar staan. Een persoonsvorm is altijd een werkwoord. Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen: fietsen, lopen, spelen, kruipen, slapen enzovoort.

Komma tussen twee persoonsvormen

taal oefenen, komma in een zin, komma tussen twee persoonsvormen Wat Sara durft, is echt heel moedig.
 

Als het goed is, is het morgen mooi weer.

Als je hier de hoek om gaat, kom je bij de bushalte.
 

Toen ze thuis kwam, ging ze op de bank zitten.

Alleen in korte zinnen is het niet altijd nodig om een komma tussen twee
persoonsvormen te zetten.

Uitzonderingen

taal oefenen, interpunctie, komma tussen persoonsvormen Wat je zegt ben je zelf.
Voor je het weet is het zover. 

Onthouden

Let op! Na de komma komt altijd een spatie. Voor de komma juist niet.
Behalve bij getallen: 12,251,53,65 enzovoort.

Komma in een opsomming

Je moet bijna altijd een komma of komma's gebruiken bij een opsomming.

Komma bij een opsomming

taal oefenen, komma voor een voegwoord, interpunctie


We kopen soesjes, koekjes en tijgerbrood.

 

We kunnen gaan schaatsen, skiën, langlaufen of snowboarden.

 

Uitzondering: voor de woorden en en of zet je bij de opsomming geen komma. 

Geen komma bij en en of

komma in een opsomming, interpunctie Gaan we met de bus, de tram of de trein op schoolreis?

Onthouden

Let op! Na de komma komt altijd een spatie. Voor de komma juist niet.
Behalve bij getallen: 12,251,53,65 enzovoort.