Een indicator is een scheikundige stof die een andere stof aantoont door bijvoorbeeld te verkleuren (indicatie = aanwijzing).
Met eenvoudige proefjes kunnen, met behulp van indicatoren, voedingsstoffen zoals suiker (glucose), eiwit, vet, en koolhydraten (zetmeel) in voedingsmiddelen worden aangetoond.
1. Rode koolsap is een indicator om een zuur voedingsmiddel aan te tonen.
Wanneer een voedingsmiddel rood kleurt met rode koolsap toon je aan dat het een zuur voedingsmiddel is. Zure voedingsmiddelen kunnen slecht zijn voor je gebit. Het lost het glazuur van je tanden langzaam op. Het glazuur is de harde laag op je tanden en kiezen.
2. 'JKJ' of jodium ( wordt ook wel een jood-oplossing genoemd) is een indicator voor zetmeel.
Zetmeel is een koolhydraat.
Als er in een monster* voedselbrij zetmeel zit, toont de indicator 'JKJ' dit aan door een verdunning van dit monster blauw/zwart te kleuren.
3. 'Fehlingreagens' is een indicator voor glucose.
Glucose is een verteringsproduct van zetmeel en andere koolhydraten.
Als er in een monster* voedselbrij glucose zit, toont de indicator 'Fehlingreagens' dit aan door een verdunning van dit monster na verwarming geel/oranje te kleuren.
*) Een monster is een klein beetje van de te onderzoeken stof.
Van een persoon worden monsters van voedselbrij genomen op verschillende plekken in het spijsverteringsstelsel.
De voedselbrij wordt daarna met behulp van indicatoren onderzocht op de aanwezigheid van zetmeel en glucose.
4. Biureetoplossing is een indicator voor eiwitten;
Wanneer je meerdere druppels biureetoplossing bij een eiwit doet kleurt het blauw paars.
Als er eiwit in een monster zit krijg je dus een blauw paarse verkleuring.
de biureetoplossing bestaat uit kopersulfaat oplossing (CuSO4) en natriumhydroxide oplossing (NaOH).
4. Sudanlll is een indicator om een vet aan te tonen.
Wanneer er vet aanwezig is, ontstaan er rode bolletjes bovenin het vloeistof.