Uitwerkingen

1H03.1 Uitwerkingen ..................................................................................................

   

 

- ‘Hoe langer je fietst, hoe …groter… de afstand die je hebt aflegt.’
- ‘Hoe langer je een emmer onder een druppelende kraan zet, hoe …meer… water er in de emmer zit.’

 

   

 

Hoe meer vragen je goed beantwoordt, hoe hoger je cijfer.
   2   Etc.

 

   

 

Denk er aan eerst de assen te benoemen!

De grafiek is stijgend

 

 

 

 

 

 

   

 

Je ziet dat de temperatuur op maandag …daalt
Op dinsdag blijft de temperatuur …constant
Op woensdag …stijgt… de temperatuur.

 

   

 

 

   5  

 

   

 

Bij de x-as staat:   brandtijd in uren

Bij de y-as staat:    lengte in cm

Een ‘hoe-hoe-zin’ bij de grafiek:

Hoe langer de kaars brandt, hoe korter de kaars wordt.

OF

Hoe langer de kaars brandt, hoe kleiner de lengte.