Dit thema heet verzet. Verzet is het tegen houden of het protesteren tegen iets of iemand. Verzet bestaat al eeuwen lang en vind je in de geschiedenis op verschillende manieren terug. Tijdens dit thema ga je kennis maken met een aantal van deze verschillende manieren van verzet door de eeuwen heen. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een repetitie die twee keer mee telt. Wil je weten wat je moet leren voor deze repetitie, bekijk dan de leerdoelen.
Opdracht 0:
Maak een Word-document aan en noem deze Thema Verzet. In dit document maak je alle opdrachten van dit hoofdstuk. Zorg ervoor dat je dit document op een plek in je computer opslaat waar je hem terug kunt vinden.
Leerdoelen:
Leerdoelen:
3. Ik kan de drie standen van de standenmaatschappij opnoemen en in de juiste volgorde zetten.
4. Ik kan een reden noemen waarom de burgers (derde stand) in opstand kwamen tegen hun koning.
5. Ik kan de volgende gebeurtenissen die plaatsvonden tijdens de Franse Revolutie beschrijven en in volgorde van tijd plaatsen:
6. Ik kan opnoemen wat er in de eerste grondwet van de republiek stond.
7. Ik kan de rol van Napoleon beschrijven na de Franse Revolutie.
8. Ik kan uitleggen waardoor de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden verandert is in de Bataafse Republiek aan de hand van onrust, adel en Frankrijk.
9. Ik kan een overeenkomst tussen de Franse Revolutie en de Bataafse Revolutie beschrijven.
10. Ik kan een voorbeeld noemen van passief verzet tegen de Duitse bezetting.
11. Ik kan een voorbeeld noemen van actief verzet tegen de Duitse bezetting.
12. Ik kan een Nederlandse verzetsheld noemen.
13. Ik kan twee redenen noemen waarom koloniën interessant waren voor Europese landen.
14. Ik kan twee voorbeelden noemen waaruit blijkt dat landen in Afrika koloniën van Europese landen zijn geweest.
15. Ik kan uitleggen waarom nationalisten in de koloniën in verzet kwamen tegen de Europese bezetters.
16. Ik kan uitleggen wat Gandhi met het thema verzet te maken heeft.
17. Ik kan een voorbeeld noemen waaruit blijkt dat er in de Verenigde Staten in de jaren 60 nog steeds sprake was van segregatie.
18. Ik kan twee personen beschrijven die te maken hebben met de afschaffing van de segregatie.
19. Ik kan omschrijven wie er bedoeld worden met de babyboomgeneratie.
20. Ik kan uitleggen waar tegen de nozems in de jaren 50 in verzet kwamen.
21. Ik kan uitleggen waarom nozems in conflict kwamen met de oudere generaties.
21. Ik kan uitleggen waar tegen de hippies in de jaren 60 in verzet kwamen.
24. Ik kan uitleggen waar tegen de provobeweging in verzet kwamen.
25. Ik kan uitleggen hoe provo's hun idealen probeerden te bereiken