Katerina werkt bij apotheek Pijnweg. Maandagmiddag komt er een recept binnen voor meneer de Kleine. Meneer de Kleine heeft hoge bloeddruk en hartklachten. Hij gebruikt veel medicijnen. De huisarts wil nu Diclofenac voorschrijven omdat meneer de Kleine erg veel pijn heeft door gewrichtsklachten.
Als Katerina het recept aanschrijft krijgt ze allerlei meldingen in het apotheeksysteem. Ze moet eerst overleggen met de apotheker.
Waar kun je informatie vinden over medicatiebewaking en welke stappen moet je doorlopen? En wat vertel je uiteindelijk aan de patient?
Leerdoelen:
wat de rol is van de apotheek bij het gebruik van geneesmiddelen;
waarom de apotheek het medicijngebruik begeleidt en bewaakt;
wat de Nederlandse Apotheek Norm (NAN) betekent op het gebied van medicatiebewaking;
wat de KNMP-richtlijn Medicatiebewaking inhoudt;
welke hulpmiddelen in de apotheek aanwezig zijn om op een adequate manier medicatie te bewaken;
wat het belang van het medicatiebewakingssignaal ‘eerste uitgifte’ is;
welke informatie besproken dient te worden bij het medicatiebewakingssignaal ‘tweede uitgifte’;
waardoor over- of ondergebruik van geneesmiddelen ontstaat;
hoe de melding ‘afwijkend daggebruik’ in relatie tot over- en ondergebruik of aansluitend gebruik te interpreteren;
wat de begrippen dubbelmedicatie en pseudodubbelmedicatie inhouden;
hoe je dubbelmedicatie en pseudodubbelmedicatie kunt herkennen en daarover met de patiënt en de voorschrijver kunt overleggen;