Een bezittelijk voornaamwoord verwijst naar een bezit. Dus niet naar een persoon maar naar een voorwerp of toestand. het bezittelijk voornaamwoord staat voor het voorwerp of de toestand waar het naar verwijst.
VB:
Dit is mijn agenda. MIJN = bezittelijk voornaamwoord want het verwijst naar agenda (een ding)
Dat is jouw probleem. JOUW = bezittelijk voornaamwoord want het verwijst naar een probleem (toestand)
MAAR: De agenda is van mij. MIJ = persoonlijk voornaamwoord want het verwijst naar een persoon!
Het probleem is van jou. JOU = persoonlijk voornaamwoord want het verwijst naar een persoon!
Bekijk het filmpje voor meer uitleg!
https://www.youtube.com/watch?v=MqArwzp7Fr0