De vorige les hebben jullie steeds gezegd wat het onderwerp van de tekst was. Een onderwerp bestaat uit 1, 2,3 of maximaal 4 woorden.
Bij de hoofdgedachte van een tekst vertel je meer over dat onderwerp, in bijvoorbeeld een hele zin. Het onderwerp heeft dus maar een paar woorden en de hoofdgedachte is een hele zin. Soms een hele lange zin van wel een paar regels.
Voorbeeld:
onderwerp van een tekst is: huizen (1 woord)
hoofdgedachte: de tekst gaat over huizen die in Amsterdam te koop staan. (een hele zin)