Inleiding

In deze les gaan jullie het volgende leren:

- Wat een feit is;
- Wat een mening is;
- Wat argumenten zijn en hoe je die kunt herkennen.

Een feit is te controleren. Voorbeeld: Nederland heeft 17 miljoen inwoners. Dit is te controleren door het op te zoeken.

Een mening is wat iemand ergens van vindt. Je kunt het daarmee oneens of eens zijn. Voorbeeld: Nederland is een leuk land om in te wonen.

Met argumenten verdedig je je mening. Voorbeeld: ik vind Nederland een leuk land want er wonen verschillende soorten mensen. Vanaf ' want' komt het argument. Je kunt een argument ook gebruiken als je het niet eens bent met een mening. Voorbeeld: ik vind Nederland geen leuk land, want het regent hier veel.

Een argument begint met een signaalwoord zoals want en omdat. Zo wordt er een signaal afgegeven dat er iets belangrijks komt.