Paragraaf 4: Eerste steden - Middeleeuwen

Leerdoelen

 

Opdracht 21:

Welke Nederlandse steden die voor het jaar 1500 bestonden ken jij?

Lees de tekst:

In het begin van de Middeleeuwen was het nog lastig om voldoende voedsel te produceren zodat alle mensen te eten hadden. Er was vaak hongersnood. Vanaf het jaar 1000, veranderde er veel in de landbouw.

Omdat er meer oogst was, konden ook meer monden worden gevoed. Een sterke bevolkingsgroei was het gevolg. Zelfs met een groeiende bevolking was er sprake van overschotten aan landbouwproducten. Deze overschotten werden verhandeld op strategische plekken zoals bij een kerk of klooster, omdat het daar veilig was. Of bij kruispunten van rivieren en wegen, omdat daar veel mensen voorbij kwamen. Deze plekken groeide uit tot handelsnederzettingen.

De handel stimuleerde de opkomst van steden. Na het jaar 1000 groeiden handelsnederzettingen uit tot steden. Het leven in de stad was voor veel mensen aantrekkelijk. Door de opkomst van de handel kwam er weer geld in omloop. Dat stimuleerde de economie. Mensen die geld verdienden wilden daar allerlei producten en gebruiksvoorwerpen voor kunnen kopen. De geldeconomie kwam weer op gang.

Daarnaast hoefde niet iedereen meer te werken in de landbouw en gingen mensen opzoek naar andere werkzaamheden. Zo ontstonden er verschillende beroepen. De steden kregen steeds meer aantrekkingskracht: er was werkgelegenheid en het was er redelijk veilig. De stad leverde een landsheer heel veel geld op. De mensen in de steden eisten daarom meer rechten. De heer gaf de stad stadsrechten. De mensen in de stad mochten zelf de regels en wetten van de stad bedenken.

 

Opdracht 22:

ontginnen                                                                                 
drieslagstelsel  
bevolkingsgroei  
overschotten  
geldeconomie  
stadsrechten  

 

Opdracht 23:

In de tekst staat een belangrijke gebeurtenis: veranderingen in de landbouw: ontginningen, ijzeren ploeg en drieslagstelsel. Ga naar je tijdlijn van tijdvak 4 en plaats deze gebeurtenis met het jaartal op de juiste plek in de tijdlijn.

Vergeet je tijdlijn niet op te slaan.

 

Opdracht 24:

Bekijk het volgende filmpje maak daarna de toets. Maak een screenshot van je resultaat, of knip je resultaat uit en plak deze in je Word-document.

 

 

Opdracht 25:
Op de kaart zie je een drietal belangrijke rivieren getekend. Kopieer de kaart en plak hem in Paint.

  1. Zoek op internet zes steden in Nederland die tussen 1000 en 1500 ontstaan zijn.
  2. Teken die steden in op de kaart.
  3. Schrijf bij iedere stad het jaartal waarin de stad is ontstaan.
  4. Zoek van iedere stad een foto van een middeleeuws gebouw. Plak die foto bij de stad op de kaart.
  5. Kijk goed naar de ligging van de steden die je op de kaart hebt getekend. Schrijf onder de kaart op wat je opvalt als je kijkt naar de ligging van de steden.
  6. Als je klaar bent sla je je kaart op en lever je je kaart in op de ELO.