Paragraaf 2: Stedelijke samenleving

Leerdoelen

 

Opdracht 9:

Noteer het antwoord op de vraag in je Word-document.

Wat weet je al over het ontstaan van de eerste steden?

 

Lees de tekst:

Stedelijke samenleving
Na het ontstaan van de landbouw ontstonden de eerste nederzettingen, ook wel dorpjes. Sommige van deze nederzettingen groeiden uit tot steden. De eerste steden werden gebouwd in het gebied van de vruchtbare Sikkel: Mesopotamië. Het succes van de landbouw maakte de opkomst van steden mogelijk. Door landbouwoverschotten hoefde niet iedereen meer boer te zijn. Mensen konden andere beroepen doen.

Een van de eerste steden in Mesopotamië was Nippur. Nippur kun je een beetje vergelijken met een moderne stad. Er waren scholen, bibliotheken, een ziekenhuis, badhuizen, winkelstraten en een soort cafés. In Nippur was geloof heel erg belangrijk, hierdoor waren er veel priesters. Van de stad Nippur is niets meer te vinden. De stad is in het zand verdwenen.

Godsdienst bepaalde het dagelijks leven. De arme boeren en slaven aanvaardde haar lot omdat ze niet wilde ingaan tegen de wil van de goden. Er waren vele goden in het oude Mesopotamië. Elk belangrijk onderwerp in het leven van mensen werd beïnvloed door een god. Zo was er een god van de oorlog, van de liefde, van het water, van de oogst, en nog veel meer. In de eerste steden in Mesopotamië werden tempels gebouwd. Deze vaak grote bouwwerken speelden een belangrijke rol bij de verering van de goden. De tempeltorens werden naast het vereren van goden gebruikt om de hemel te bestuderen.
 
De maatschapppij in de eerste steden was strak georganiseerd. Er was geen gelijkheid tussen de mensen. Er was sprake van een duidelijke hiërarchie. Mensen geloofden dat de koning of vorst zijn macht had gekregen van de goden. De vorst of koning had alle macht in handen. Daaronder kwamen de priesters die zorgden voor de godsdienstige plechtigheden. Daarnaast hadden priesters ook belangrijke bestuurlijke taken. De waterhuishouding in de vorm van dijken, dammen en kanalen werd door priesters geregeld. Ook in tijden van oorlogsgevaar speelden priesters een belangrijke rol bij de organisatie van de verdediging van de stad. Onder de priesters kwamen de ambtenaren. Zij noteerden de oogsten en controleerden of de boeren wel voldeden aan hun belastingverplichting. Jaarlijks betaalden de boeren een deel van de oogst zoals gerst, tarwe, dadels en wol. Deze voorraden werden opgeslagen in enorme voorraadkamers bij de tempels. Een deel werd als voedsel gebruikt en een deel zo mogelijk als handelswaar. De grootste groep was die van de boeren en de ambachtslieden en die waren arm. Ambachtslieden zoals timmerlieden, steenhouwers, wevers, brouwers en pottenbakkers werkten vaak in dienst van de tempel. Zij maakten werktuigen en gereedschappen, maar ook wapens en juwelen. Voor de erediensten maakten zij fraaie kunstwerken. Hun loon werd uitbetaald in de vorm van producten en was net genoeg om in leven te blijven.
 
Alles wat aan belasting binnenkwam en kon worden verhandeld en moest worden genoteerd. Dat was de taak van ambtenaren die op kleine kleitabletten met een rieten stengel de hoeveelheden inkrasten.
Op deze wijze ontstond het schrift. Het eerste schrift noemen we het spijkerschrift. Dat waren kleine tekeningetjes die verwezen naar iets, een handeling of object, in de werkelijkheid. Het woord 'hoofd' was een klein tekeningetje van een hoofd. Later werden de tekeningetjes vervangen door symbolen die verwezen naar een klank zoals de letters in het ons bekende alfabet. De komst van het schrift betekende het einde van de prehistorie en het begin van de historie. Het jaartal voor het begin van de historie is: 3000 v.C.
 
Opdracht 10:
 
Kopieer het schema naar je Word-document en vul de betekenis van de begrippen in.
vruchtbare Sikkel: Mesopotamië                                                                           
Nippur  
hiërarchie  
waterhuishouding  
kleitabletten  
spijkerschrift  

 

 
Opdracht 11:
 

In de tekst staat een belangrijke gebeurtenis: de komst van het schrift. Ga naar je tijdlijn van tijdvak 1 en plaats deze gebeurtenis met het jaartal op de juiste plek in de tijdlijn.

Vergeet je tijdlijn niet op te slaan.

 

Opdracht 12:

 

Maak de onderstaande toets. Maak een screenshot van je resultaat, of knip je resultaat uit en plak deze in je Word-document.

 

Opdracht 13:


De eerste steden konden ontstaan doordat het goed ging in de landbouw.
Maak de onderstaande tekst in de toets compleet. Sleep de woorden die naast de tekst staan naar de juiste plaats. Maak een screenshot van je resultaat, of knip je resultaat uit en plak deze in je Word-document.

Opdracht 14:


De priesters vormden een zeer belangrijke klasse. Zij zorgden voor de godsdienstige plechtigheden. Maar de priesters zorgden ook voor bestuurlijke taken. De priesters waren verantwoordelijk voor de waterhuishouding. Priesters zorgden voor dijken, dammen en kanalen in en rond de stad.

De waterhuishouding was erg belangrijk in en rond de eerste steden.
Geef per onderdeel aan wat de rol van het water daarin betekend.

Kopieer alle onderdelen naar je Word-document en werk hem daarin uit.

 

Opdracht 15:

 

Maak de onderstaande toets. Maak een screenshot van je resultaat, of knip je resultaat uit en plak deze in je Word-document.

 

Opdracht 16: Afronden


In de eerste steden was de macht ongelijk verdeeld. Er was sprake van een hiërarchische maatschappij of klassenmaatschappij.
Je kunt de belangrijkheid van de klassen weergeven in een piramide.
Hiernaast zie je zo'n piramide.

Bovenin de piramide staat de vorst. De minst belangrijke klasse komt onderaan. Kopieer de piramide naar je Word-document. Zet naast de piramide de verschillende groepen. Zoek bij iedere groep een passende afbeelding.