2 gewogen gemiddelde

 

 

Bekijk eerst dit filmpje

 

Kennisbank Gewogen gemiddelde.

4K - Lesmateriaal - Wikiwijs

Opgave 1:

Bekijk de volgende twee situaties:

Situatie I
  Je hebt voor vier wiskunde proefwerken de volgende cijfers gehaald: 4, 7, 7 en 6.
   Ieder cijfer telt even zwaar.

Situatie II
Je hebt voor Nederlands drie cijfers gehaald. Voor de overhoringen een 7 en een 8. Voor een proefwerk een 5.
Het proefwerk telt drie keer zo zwaar als een overhoring.


In welke situatie(s) heb je te maken met een gewogen gemiddelde?

  a) II en IIII beide geen gewogen gemiddelde

  b) II wel gewogen gemiddelde en IIII geen gewogen gemiddelde

  c) II geen gewogen gemiddelde en IIII wel gewogen gemiddelde

  d) II en IIII beide gewogen gemiddelde

Opgave 2:

Het gezin Molenmaker bestaat uit de drieling Ilse, Lotte en Mara van 3 jaar,

Jelle van 6, Aron van 9, vader Anton van 35 en moeder Mieke van 33.

   a)  Bereken de gemiddelde leeftijd.

Opgave 3:

Minke heeft de volgende cijfers gehaald voor Wiskunde .

     vak

               cijfers

  gem.

verzorging

     7,5 (1x)   6,4 (2x)   8,0 (4x)   4,7 (3 x)   9,1 (2x)

 

 

  a) Bereken het gemiddelde cijfer.

 

Opgave 4:     

Anne heeft de volgende cijfers voor Engels gehaald.       

  a) Bereken haar gemiddelde cijfer voor Engels

 

4K - Lesmateriaal - Wikiwijs

Bekijk eerst dit filmpje

 

Kennisbank gemiddelde uit tabel

 

Opgave 5:

In de tabel staan de leeftijden van de leerlingen uit klas 4 basis.

  a)  Bereken hoeveel leerlingen in klas 4 basis zitten.

  b) Berkene het totaal aantal jaren van de leerlingen.

  c) Berkenen de gemiddelde leeftijd van de leerlingen.

Opgave 6:

Hieronder zie je een tabel met leeftijden van leerlingen.

Links staan de leeftijd in jaren en rechts de frequentie.

 

a) Bereken de gemiddelde leeftijd van deze leerlingen ?

b) Hoeveel procent van deze leerlingen is 16 jaar of ouder?

Opgave 7:

Hieronder zie je een tabel met de gemiddelde cijfers voor wiskunde van een tweede klas. ​

a)  Bereken het gemiddelde van de cijfers .

b) Bepaal hoeveel procent van de leerlingen een cijfer heeft tussen de 6 en 8.