
Bekijk eerst dit filmpje
Kennisbank periodieke verbanden
Soms herhaalt een beweging zich na een bepaalde tijd.
Je hebt dan te maken met een periodiek verband.
Je ziet hier een grafiek van een periodiek verband tussen de hoogtehoogte (h in m) en de tijdtijd (t in min).

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Voorbeeld
Je ziet een schematisch reuzenrad. Het rad draait heel langzaam rond. Tijdens het instappen draait het rad gewoon door.
Tom draait rond in het reuzenrad.

In de tabel zie je steeds op welke hoogte (hh in m) hij zich bevindt.
| tijdtijd (sec) | 0 | 20 | 40 | 60 | 80 | 100 | 120 | 140 | 160 | 180 | 200 | 220 |
| hoogtehoogte (m) | 5 | 8 | 13 | 18 | 21 | 18 | 13 | 8 | 5 | 8 | 13 | 18 |
Uit de tabel kun je afleiden dat:
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opgave 1:


a) Bepaal hoe lang een periode is?
b) Bepaal de amplitude?
c) Bepaal de evenwichtstand?
Opgave 2:
In de grafiek hieronder is een periodiek verband weergegeven.

a) Op welke hoogte ligt de evenwichtslijn. Teken de evenwichtslijn in de figuur.
b) Hoelang is de periode? Geef de periode aan in de figuur.
c) Hoe groot is de amplitude? Geef de amplitude aan in de figuur.
Opgave 3:
Hieronder zie je de grafiek van Mieke die touwtjespringt. De grafiek begint op het moment dat het springtouw boven Mieke's hoofd zit.


a) Wat is het maximum van de grafiek ?
b) Wat is het minimum van de grafiek ?
c) Wat is de evenwichtsstand van de grafiek ?
d) Wat is de amplitude van de grafiek ?
e) Wat is de periode van de grafiek ?
Opgave 4:
in de grafiek hieronder is een periodiek verband weergegeven.

a) Op welke hoogte ligt de evenwichtslijn. Teken de evenwichtslijn in de figuur.
b) Hoelang is de periode? Geef de periode aan in de figuur.
c) Hoe groot is de amplitude? Geef de amplitude aan in de figuur.
Opgave 5:
Hieronder zie je een grafiek die hoort bij het reuzenrad van Rotterdam. De grafiek laat zien op welke hoogte het reuzenradkarretje na zoveel seconden is.

a) Wat is het maximum en het minimum van de grafiek?
b) Hoe lang is een periode?
c) Bepaal de evenwichtstand en de amplitude?
Opgave 6:
Deze grafiek hieronder gaat over een skicabine, die mensen van het dal naar het bergstation brengt.


a) Bij welke hoogte kan je instappen?
b) welek hoogte kan de sticabine bereiken?
c) Hoeveel minuten doet de cabine erover om mensen van het dal naar het bergstation te brengen en vervolgens weer terug te keren?)
Opgave 7 :
De grafiek hieronder laat het temperatuurverloop in een aquarium zien.

a) Hoeveel graden schommelt de temperatuur?
b) Wat is de gemiddelde temperatuur in het aquarium?
c) Hoelang is de periode?
d) Om 12.40 uur en 15.20 uur is de temperatuur 20°C.
e) Op welke tijdstippen vóór 24.00 uur is de temperatuur weer 20°C?
Opgave 8:
Op een kerktoren zit een torenklok. De grote wijzer van de torenklok is van het midden van de klok tot het topje 0,50 meter lang. Het midden van de klok bevindt zich precies 50 meter boven de grond.

a) Op welke hoogte is het topje van de grote wijzer om 12 uur?
En om 12.15 uur en om 12.30 uur?
b) Er is een periodiek verbandt tussen de hoogte en het aantal minuten.
c) Geef van dit periodiek verband de periode, de evenwichtsstand en de amplitude.