Vlakke en ruimtelijke figuren
Bekijk eerst dit filmpje hieronder.
Opgave 1:

Opgave 2:

Maak de tabel hieronder af
| Figuur | Vlak | Ruimtelijk | Naam Figuur |
| A | |||
| B | |||
| C | |||
| D | |||
| E | |||
| F | |||
| G | |||
| H | |||
| I | |||
| J | |||
| K | |||
| L | |||
| M |
Hoekpunten, grensvlakken en ribben.


Bekijk deze filmpjes hieronder
Bestudeer de kennisbank hieronder.
Opgave 3:
In de kennisbankjes staat een piramide die bestaat uit driehoeken en een vierkant.
Er kan ook een piramide gemaakt worden met alleen maar driehoeken. Hiernaast zie je zo een piramide.
Beantwoord de volgende vragen over deze piramide
a) Hoeveel platte grensvlakken heeft deze piramide?
b) Hoeveel ribben heeft deze piramide?
c) Hoeveel hoekpunten heeft deze piramide?
Opgave 4:

Hieronder staat een ruimtefiguur dat is opgebouwd uit twee ruimtefiguren die we kennen.
Beantwoord onderstaande vragen over dit ruimtefiguur

a) Uit welke twee bekende ruimte figuren herken je?
b) Hoeveel grensvlakken heeft dit figuur?
c)Hoeveel ribben heeft dit figuur?
d) Hoeveel hoekpunten heeft dit figuur?
Opgave 5:
Teken de tabel over in je schrift en vul hem in.
| Aantal platte grensvlakken | Aantal gebogen grensvlakken | Aantal hoekpunten | Aantal ribben | |
|
Kubus |
||||
| Piramide (met vierkant) | 5 | |||
| Cilinder | ||||
| Kegel | ||||
| Bol | ||||
| Balk |
Opgave 6:

Opgvae 7:
Je ziet balk ABCD.EFGH.

a) In de bovenste figuur zijn 4 ribben aangegeven die evenwijdig lopen. Hoe herken je deze?
b) Schrijf de namen van deze ribben op.
c) Het voorvlak en het achtervlak zijn even groot. Welke twee vlakken zijn dat?
d) Welke ribben zijn even lang? Schrijf al je antwoorden op.
Opgave 8:
Hieronder zie je een lucifersdoosje
Het heeft de vorm van een balk ABCD.EFGH.
AB = 3 cm, BC = 4 en AE = 1
.
a) Welke ribben zijn gelijk aan ribbe AB?
b) Welke ribben zijn allemaal 3 cm lang?
c) Welk grensvlak is gelijk aan grensvlak ABFE?
d) Welke vorm hebben alle grensvlakken?
Opgave 9:

Opgave 10:
Bekijk de balk ABCD·EFGH hieronder.
In de balk zie je diagonaalvlak ABGH getekend.
Je ziet ook een lichaamsdiagonaal BH getekend.

a) Hoeveel verschillende diagonaalvlakken heeft balk ABCD·EFGH?
Schrijf ze allemaal op.
b) Volgens Yvonne hebben alle diagonaalvlakken dezelfde vorm en zijn ze even groot. Heeft Yvonne gelijk?
c) Hoeveel verschillende lichaamsdiagonalen heeft balk ABCD·EFGH?
Schrijf ze allemaal op.
d) Volgens Yvonne zijn alle lichaamsdiagonalen even lang. Heeft Yvonne gelijk?
Opgave 11: