Kennisbank procenten erbij

Opgave 1:
Een televisietoestel van € 650 wordt 8% duurder.
a) Bereken de nieuwe prijs.
Opgave 2:
Alicia heeft € 375 op een spaarrekening. De bank geeft 5% rente per jaar.
a) Hoeveel heeft Alicia op haar spaarrekening staan als er na één jaar rente wordt bijgeschreven?
Opgave 3:
Op 1 januari 2011 heeft Peter € 1500,- op een spaarrekening gestort. De bank geeft 6% rente op de spaarrekening.
De bank betaalt op 1 januari 2012 voor het eerst rente uit. Peter stort geen extra geld en heeft ook geen geld van de rekening opgenomen.
a) Hoeveel euro staat er op 1 januari 2012 op de rekening?
Kennisbank procenten eraf

Opgave 4:
In 2010 was de winst van een rijwielhandelaar € 65.000,-
In 2011 was zijn winst 2% lager.

a) Hoeveel was de winst in 2011 ?
Opgave 5:
In 2012 zijn er 2 miljoen Nederlanders naar Duitsland op vakantie geweest. In 2011 waren dat er 10% minder.
a) Hoeveel Nederlanders zijn er in 2011 naar Duitsland op vakantie geweest?
Opgave 6:
Met een kortingskaart reis je met 33 % korting op een entreekaartje voor de dierentuin.
Een kaartje kost normaal € 24,00.

a) Hoeveel moet je nu betalen aan entree?
Kennisbank procentuele toename:

Opgave 7:
Door een slechte oogst is de prijs van een kilo appels gestegen van € 1,99 naar € 2,29.

a) Met welk bedrag is de prijs gestegen?
b) Met hoeveel procent is de prijs gestegen?
Opgave 8:
Gerard zet een jaar lang € 400 op een spaarrekening.
Na dat jaar keert de bank rente uit. Op de rekening staat dan € 410.

a) Welk bedrag heeft Gerard aan rente gekregen?
b) Hoeveel procent is de rente?
Opgave 9:
De winst van een bakker was vorig jaar € 80.000.
Dit jaar is de winst € 84.000.
a) Met hoeveel euro is de winst toegenomen?
b) Met hoeveel procent is de winst toegenomen?
Kennisbank procentuele afname.

Opgave 10:
Een televisietoestel van €1359, kost in de uitverkoop nog €1149 .

a) Hoeveel euro is de korting?
b) Hoeveel procent is de korting?
Opgave 11:
Een broek van € 19, 99 kost in de uitverkoop nog € 14,99.

a) Hoeveel procent is de korting?
Opgave 12:
Tom van Dijk heeft een timmerbedrijf. De specialiteit van het bedrijf is kasten.

Om één kast te maken maakt Tom de volgende kosten:
- Arbeidskosten € 200,-
- Materiaalkosten € 80,-
De verkoopprijs berekent Tom door de kostprijs met 25% te verhogen.
a) Hoe hoog is de kostprijs van één kast? € …………
b) Wat is de verkoopprijs van één kast? € …………
Opgave 13:
