Samba
Brazilië is het grootste land in het werelddeel Zuid Amerika. Het noordelijkste stuk bestaat uit enorme oerbossen waarin zelfs nog stammen wonen die nog nooit contact hebben gehad met de moderne bevolking.
Het zuiden kent gigantische steden, zoals bijvoorbeeld Rio de Janeiro, waar echt miljoenen mensen wonen. In die steden is het verschil tussen arm en rijk heel groot. De armen wonen in favela’s In de favela’s is er veel criminaliteit. Veel drugshandel. Van jongs af aan worden kinderen onderdrukt.
Binnen de favela’s zijn er scholen. Die scholen zijn niet alleen een opleiding, maar een gemeenschap op zich. Die gemeenschap werkt samen om mee te kunnen doen aan het Braziliaans carnaval. Die scholen zijn ommuurd en worden zwaar bewaakt. Het leven is zo hard dat je graag naar school gaat. Als de lessen af zijn dan verdeelt iedereen zich over muziek maken, dansen oefenen, praalwagen maken of kostuums maken.
De muziek die daarbij hoort heet Samba Batucada. De hele school zet zich in voor het hoogtepunt. Er is een grote rivaliteit binnen de scholen. Aan alle details wordt dan ook heel hard gewerkt. Ook aan de drums.
De instrumenten die gebruikt worden zijn:
De repinique
De surdo
De shaker
De pandeiro
De agogo
Afspraken zijn heel belangrijk. De leider geeft signalen. Deze worden “call’s” genoemd. Daarop reageert de band. Hoe sneller en ingewikkelder hoe beter natuurlijk.
Het showelement is erg belangrijk. Er wordt ook veel aandacht besteed aan dansjes en gelijkheid.
https://www.youtube.com/watch?v=4mZWM54XsEU
Bossa Nova
Een heel andere stijl is Bossa Nova. In 1955 aan het strand kwam er behoefte aan rustgevende muziek. João Gilberto vond de Bossa Nova uit. Hij werkte samen met Antonio Jobim. De muziek werd in het westen bekend gemaakt door Stan Getz en Toots Thielemans.
De muziek klinkt erg rustgevend, De melodietjes zijn vaak erg simpel, terwijl de begeleiding erg complex is.
Het ritme klinkt heel onlogisch. Er zit om de anderhalve tel een accent.
Bossa Nova brak pas goed door met het nummer “The girl from Ipanima”
In Noord Amerika werd de stijl goed ontvangen door jazzmuzikanten waardoor de stijl over de hele wereld bekend werd.
Iedere zichzelf respecterende muzikant maakte tijdens de hoogtijdagen een hitje in bossa nova stijl, zoals Elvis, en Frank SInatra. De muziekstijl werd en wordt veel gebruikt als filmmuziek.