Richtlijnen: Feedback geven en ontvangen:
1.1 Laat weten wat je hebt waargenomen aan gedrag, prestatie of uitspraak. Wees concreet! (ik merk … ik zie …. Ik hoor … ). Kortom geef ik-boodschap.
Wees zo concreet mogelijk, alleen op gedrag of prestaties. Beperk je tot wat de ander kan veranderen (dus niet op de persoon, diens karakter of lichamelijke kenmerken). Maak onderscheid tussen gedrag en persoon.
1.2 Vraag of de ander weet waar je het over hebt, zo niet dan moet je nog concreter zijn. Ga pas verder wanneer je een JA krijgt.
2. Vertel hoe jij die waarneming interpreteert (jouw indruk). Alle interpretaties van gedrag zijn jouw interpretatie. Wees daar dus zeer terughoudend in.
3. Laat weten wat dat bij jou oproept, welk effect dit heeft op jou of op de situatie.
4. Ga in gesprek: vraag naar erkenning voor het effect van de feedback en vraag naar de intentie van het benoemde gedrag/de uitspraak.
Waarschijnlijk zal de ontvanger zelf al met suggesties komen voor ander gedrag. Wanneer ontvanger nu gaat verdedigen of ontkennen; herhaal het effect dat dit gedrag op jou heeft en vraag hier nogmaals erkenning voor.
Wanneer de ontvanger hier niet open voor staat ga je verder met punt 5 en 6.
5. Vertel degene wat je van het gedrag vindt (jouw normen en waarden).
6. Doe een verzoek of een suggestie voor ander gedrag (ik wil graag dat jij in het vervolg ……, ik heb het nodig dat je in het vervolg ….).
Tips voor de ontvanger van de feedback:
• Luister goed, zonder meteen te oordelen en/of te reageren.
• Vraag door om te checken of je de boodschap goed hoort en begrijpt.
• Geef zo nodig aan waarmee je het eens bent en waarmee niet.
• Ga niet in discussie en probeer ‘Ja, en ’ te zeggen in plaats van ‘Ja, maar….’.
• Besluit en benoem wat je met deze feedback wilt doen.