Het belang van lichaamstaal
Ongeveer zeventig procent van onze communicatie gebeurt dus via lichaamstaal (de toon van de stem: ongeveer twintig procent, en de woorden die worden gebruikt circa tien procent.) Hoewel een exact percentage moeilijk te geven is, zijn deze verhoudingen nauwelijks verbazingwekkend als we bedenken hoeveel informatie onze hersenen binnenkomt via de vijf zintuigen; zien, horen, voelen, proeven en ruiken. Van deze zintuigen zijn de ogen het meest waardevol, omdat zij circa 85 procent van de informatie naar onze hersenen doorgeven. Ongeveer tien procent gaat via onze oren, en de overige vijf procent via de andere zintuigen.
Een groot deel van onze communicatie gebeurt dus min of meer onbewust, via lichaamstaal, en die lichaamstaal kan onze boodschap ondersteunen of tegenspreken.
Lichaamstaal bestaat uit zes hoofdcategorieën: houding, gebaren, gezichtsuitdrukking, ogen, toon van de stem en fysieke afstand.
Houding
Houding heeft te maken met de algemene positie van het lichaam, zoals hoe we ons hoofd houden, de schouders, heupen en voeten, de stand en beweging van armen en benen.
Over het algemeen zullen mensen die zich op hun gemak voelen, hun hoofd rechtop houden en u open aankijken. Ze zullen iets achterover leunen, waarmee ze aangeven dat ze ontspannen zijn, of iets voorover, om aan te geven dat ze aandachtig luisteren.
Mensen die zich agressief opstellen, zullen vaak een ‘frontale’ houding innemen, waarbij hoofd, schouders, heupen en voeten allemaal uw kant op wijzen. Vaak zullen ze zich ‘lang’ maken en op dominante wijze naar voren leunen.
Mensen die zich aangevallen voelen, zullen zichzelf vaak juist kleiner maken, waarbij ze armen en handen gebruiken om zichzelf te beschermen (armen om zich heen slaan), en de benen over elkaar slaan. Mensen die zich superieur voelen, zullen hun benen op een open manier over elkaar slaan (waarbij de enkel op het andere been rust), en achterover leunen, met de handen achter het hoofd.