1 Spreek de taal van uw gesprekspartner
Als je de ander wilt bereiken, moet je rekening houden met zijn vakkennis en zijn situatie. Vakjargon kan gemakkelijk verkeerd begrepen worden.
2 Let op de gevoelswaarde van woorden
Wat voor de één veel is, kan voor de ander weinig zijn.
3 Regelmatige feedback
Controleer regelmatig of jouw klant of collega begrijpt wat je bedoelt. Dit kun je doen door controlevragen te stellen als ‘ben ik tot zover duidelijk geweest?’, ‘heb ik uw vraag zo goed beantwoord?’ of ‘kunt u met deze oplossing uit de voeten?’
4 Stel goede vragen
Het stellen van de juiste vraag op het juiste moment en op de juiste toon is erg belangrijk.
5 Motiveer de ander om te luisteren
Luisteren kost moeite, hierom is men pas bereid te luisteren als men daar direct of indirect voordeel van verwacht.
6 Luister zelf ook actief naar de ander
Luisteren is iets anders dan toehoren. Luisteren is even de eigen gedachten en mening loslaten en zich verplaatsen in de gedachtegang van de ander.
7 Wees beknopt
Teveel informatie werkt vaak tegengesteld en verwarrend.
8 Geen monoloog maar een dialoog
Geef de ander steeds voldoende ruimte om de informatie te verwerken, een standpunt te bepalen en een toelichting te vragen.
9 Streef naar overeenstemming
Dit geeft een prettig klimaat en tevens worden kleine verschillen van mening sneller opgelost.
10 Gebruik beeldrijke taal
Door de telefoon kan men niets laten zien. Juist daarom is het belangrijk zoveel mogelijk herkenbare omschrijvingen te gebruiken.