Osmose

Diffusie en osmose

Wanneer stoffen zich door het celmembraan kunnen verplaatsen zonder dat het de cel energie kost, wordt het proces 'passief transport' genoemd. Een bekend voorbeeld van passief transport is diffusie.

Bestudeer de volgende animatie over diffusie en maak de onderstaande opdrachten.


KB: Diffusie

Opdracht 1 Diffusie

  1. Wat is de juiste richting waarin moleculen zich verspreiden?
    1. pijl A
    2. pijl B
  2. Wat is het effect van diffusie?
    1. Moleculen bewegen niet.
    2. Moleculen verspreiden zich gelijkmatig over de beschikbare ruimte.
    3. Moleculen verspreiden zich in ongelijke hoeveelheden over de beschikbare ruimte.
    4. Moleculen bewegen allemaal naar elkaar toe.

Opdracht 2 Deeltjes
Een celmembraan is goed doorlaatbaar voor water, maar slecht doorlaatbaar voor allerlei andere moleculen, zoals opgeloste suikers of zouten. Een celmembraan is namelijk semipermeabel (of ook wel selectief permeabel). Wat gebeurt er als je twee oplossingen scheidt door een membraan?

Bekijk de volgende animatie: Osmose
Kies de juiste antwoorden:

  1. Het water transport gaat in de richting van ... concentratie vrije waterdeeltjes.
    1. de hoogste
    2. de laagste
  2. Oplossingen met dezelfde concentratie opgeloste deeltjes heten ...
    1. hypertoon.
    2. isotoon.
    3. hypotoon.
  3. Een oplossing met een hogere concentratie deeltjes heet ...
    1. hypertoon.
    2. isotoon.
    3. hypotoon.
  4. Een oplossing met een lagere concentratie deeltjes heet ...
    1. hypertoon.
    2. isotoon.
    3. hypotoon.

Opdracht 3 Osmose
Het verschijnsel dat je net hebt gezien, heet osmose.

KBOsmose

Het aantal opgeloste deeltjes in een vloeistof bepaalt de osmotische waarde.
Sportdranken bevatten suiker.
Afhankelijk van de hoeveelheid suikers, hebben ze meestal een andere osmotische waarde dan de cellen van je lichaam.

  1. Zijn de sportdranken uit de plaatjes hypertoon, hypotoon of isotoon ten opzichte van je lichaam?
  2. Welke sportdrank kun je het best nemen als je veel vocht hebt verloren?
    1. hypertoon
    2. isotoon
    3. hypotoon
  3. Vindt er watertransport plaats in het middelste plaatje?
    1. Ja, van drank naar lichaam.
    2. Ja, van lichaam naar drank.
    3. Nee.

Opdracht 4 Osmose in bloedcellen
Bekijk het volgende filmpje:

  1. Bloedcellen in een hypotone omgeving ...
    1. zwellen op.
    2. krimpen.
  2. Uiteindelijk zullen ze ...
    1. barsten.
    2. verschrompelen.
  3. Bloedcellen in een hypertone omgeving ...
    1. zwellen op.
    2. krimpen.
  4. Uiteindelijk zullen ze ...
    1. barsten.
    2. verschrompelen.

Opdracht 5 Osmose in plantaardige cellen

Bestudeer Turgor en plasmolyse:

KBVacuole, turgor in planten

Rode uien hebben een rode kleurstof in de vacuoles.
Als de concentratie van de kleurstof hoog is, wordt de vacuole donkerder van kleur.
Bekijk Rode uiencellen in een zoutoplossing:

  1. Wat gebeurt er als er gedestilleerd water wordt toegevoegd?
  2. Maak een tekening van een uiencel in turgor en van een cel in plasmolyse.
    Zet bijschriften in de tekening.
  3. Schrijf een korte verklaring van het verschijnsel dat je hebt waargenomen.
    Lever je resultaat in bij de docent.

Opdracht 6 Plasmolyse
Maak de opdrachten bij biodoen en noteer je score.

Opdracht 7 Groei
In de inleiding heb je paddenstoelen en kiemplantjes uit de grond zien “schieten”.
Bekijk deze animaties van de groei van planten:
Primaire groei - www.vcbio.science.ru.nl
Mitose - www.bioplek.org
Beantwoord de volgende vragen:

  1. Celstrekking treedt ...
    1. op bij planten, dieren en schimmels.
    2. alleen bij planten en schimmels.
    3. alleen bij dieren.
    4. bij alle organismen.
  2. Dat heeft te maken met de aanwezigheid van een ...
    1. celmembraan.
    2. celwand.
    3. vacuole.
    4. cytoplasma.
  3. Maak de oefening "Cel".