Tijdvak 5: tijd van Ontdekkers en Hervormers

Jaartallen: 1500 tot 1600

Kenmerkende aspecten:

 

De renaissance

Weet je nog de klassieke kunst van de Grieken de Romeinen? Die zijn de mensen tijdens de middeleeuwen helemaal vergeten. Rond 1350 zijn er veel Italiaanse handelaren die de klassieke kunst weer terug brengen. Men spreekt dan van een renaissance (het opnieuw geboren worden) van deze klassieke kunst. Naast die kunst waren de Grieken ook bezig met wetenschap. Dit kwam ook terug. Doordat de kunst en de kennis terug kwamen veranderde het mens- en wereldbeeld van de mensen. Mensen gingen anders kijken naar hun leven.

 

Het begin van de Europese ontdekkingsreizen overzee

Aan het einde van de middeleeuwen was de handel weer helemaal opgebloeid. Producten uit verre streken kwamen naar Europa. Deze producten kwamen via een lange weg naar Europa, hierdoor waren deze producten vaak erg duur. De Europeanen waren dit zat en gingen zelf op ontdekkingsreis. Al snel ontdekten zij een route naar Azië langs Afrika. Door de renaissance leerde men dat de aarde rond was. Columbus was ervan overtuigd dat hij via het westen ook naar Azië kon komen. Hij kwam daar niet terecht in Azië, maar in een heel nieuw werelddeel: Amerika.

 

De splitsing van de christelijke kerk

Door de renaissance leerde de mensen dat zij zelf konden denken in plaats van naar kerkelijke leiders te luisteren. Ook zagen zij dat de kerk veel macht had en hier misbruik van maakte. Mensen, zoals Maarten Luther, gingen hier tegen protesteren. Deze mensen noemen we protestanten. Door deze protestanten is de christelijke kerk gesplitst. Eerst in de katholieke en de protestanten, later zijn er nog meer splitsingen gekomen. We noemen dit de reformatie.

 

De strijd tegen de Spanjaarden in de Nederlanden met als resultaat de Nederlandse staat​

In Nederland (in die tijd de Nederlanden) hield men zich ook bezig de reformatie. De Spaanse koning die toen de baas was over Nederland was katholiek en accepteerde protestanten niet. De Nederlanders waren het hier niet mee eens en kwamen in opstand, de Nederlandse opstand. Deze opstand werd geleid door Willem van Oranje en werd een oorlog. Na tachtig jaar is er vrede gesloten en is Nederland een eigen staat geworden.

 

Opdracht 1:

Het is de bedoeling dat je aan het einde van dit hoofdstuk alle kenmerkende aspecten kunt uitleggen. Bij deze opdracht ga jij op een persoonlijke manier oefenen met de kenmerkende aspecten van dit tijdvak. Dit doe je aan de hand van het schema die bij deze opdracht staat. Kopieer en plak het schema in je Word-document.

Hoe doe je dit?

Bekijk opdracht 1 van tijdvak 1

Kenmerkende aspect: Plaatje: Uitleg:

De renaissance

                                                                             

Het begin van de Europese ontdekkingsreizen overzee

   

De splitsing van de christelijke kerk

   

De strijd tegen de Spanjaarden in de Nederlanden met als resultaat de Nederlandse staat

   

 

1. Zoek bij het kenmerkende aspecten een plaatje via google.

2. In het laatste vakje achter het kenmerkende aspect (het vakje van "uitleg" noteer je maximaal vijf woorden waaraan je het kenmerkende aspect kunt herkennen).

3. Doe dit bij alle kenmerkende aspecten.

 

Opdracht 2:

In dit tijdvak staan één of meer personen. Over een persoon ga je een soort paspoort maken. Dit doe je aan de hand van het schema die bij deze opdracht staat. Kopieer en plak het schema in je Word-document.

Hoe doe je dit?

Bekijk opdracht 2 van tijdvak 1.

Voor het invullen van het schema mag je natuurlijk ook google gebruiken. Vergeet je Word-document niet op te slaan als je klaar bent.

Naam

 

Geboortedatum

 

Sterfdatum

 

Land van herkomst

 

Beroep

 

Afbeelding

 

 

Opdracht 3:

Maak een tijdlijn!

Hoe doe je dit?

  1. Open Word en typ bovenin de zoekbalk Tijdlijn, selecteer deze wanneer je hem gevonden hebt.
  2. Je krijgt een document dat je kunt bewerken:
a. Haal het vakje waarin staat "Instructie voor tijdlijn" helemaal leeg. Kopieer en plak hier de kenmerkende aspecten van dit tijdvak in.
b. Pas de titel aan: Tijdvak 5, Ontdekkers en Hervormers

c. Pas ook de jaartallen aan, aan het begin 1500 en het einde 1600

d. Voeg een gebeurtenis naar keuze toe in een van de vierkantjes, let wel goed op dat je deze op de juiste plek zet. De vierkantjes kan je verplaatsen.

e. Voeg ook je persoon van opdracht 2 toe, plak er ook een plaatje bij. Zet deze wel op de juiste plek in de tijdlijn.

f. Lever je tijdlijn in via de ELO.

 

Vergeet niet je document goed op te slaan, zodat je hem later kunt terug vinden en er verder aan kunt werken.