Tijdvak 6: tijd van Regenten en Vorsten

Jaartallen: 1600 tot 1700

Kenmerkende aspecten:

Wereldwijde handel en de wereldeconomie

Nederland had in deze eeuw heel veel macht in de wereld en noemen deze eeuw ook wel de gouden eeuw. Dit kwam doordat Nederland veel geld verdiende met handel. In vele overzeese gebieden waren de Nederlanders de baas. In 1602 werd de VOC opgericht, deze organisatie zorgde ervoor dat deze handel goed kon verlopen. Michiel de Ruyter was een schipper die voor de VOC voer, hij vocht met de grote concurrent Engeland en won vaak. De handel werd vanuit Amsterdam geregeld. Hier stonden grote pakhuizen voor de opslag van alle producten en de Amsterdamse bank. Omdat Nederland zo’n grote rol had in de wereldhandel, werd deze bank een belangrijke plek voor de wereldeconomie.

 

Het bestuur en de culturele ontwikkelingen in Nederland

De Nederlanders wilde na de oorlog met Spanje geen koning, zij wilde het land zelf besturen. Nederland werd een republiek. Veel handelaren waren het rijkste in Nederland en hadden daarom ook het meeste te zeggen. Zij kregen daarom vaak een plekje in het bestuur van Nederland. Dit was erg bijzonder in die tijd. Deze rijke handelaren wilde natuurlijk ook een mooi huis in Amsterdam. Langs de grachten verschenen de mooiste huizen. Deze huizen moesten ook mooi ingericht worden, vaak met een portret van de eigenaar. Schilders hadden heel veel werk in deze tijd. Veel van deze schilderijen kennen wij vandaag de dag nog steeds. Denk maar aan de nachtwacht van Rembrandt van Rijn. Schilderen werd hierdoor iets van de Nederlandse cultuur.

 

Het streven van vorsten naar absolute macht

De Republiek in Nederland was iets unieks. In de andere Europese landen was de koning de baas. De mensen in deze landen hadden niets te zeggen, want de koning had vaak alle macht. Dit noemen wij de absolute macht: één persoon heeft alle macht en niemand anders heeft inspraak.

 

De wetenschappelijke revolutie

Doordat er in Nederland zoveel vrijheid was en men gemotiveerd word om zelf na te denken gingen steeds meer kinderen naar school. Men werd steeds slimmer en ging zich bezig houden met allerlei wetenschappen. Hierdoor werden ook allerlei uitvindingen gedaan in Nederland zoals de microscoop door Antonie van Leeuwenhoek en poldermolens door Jan Andriaanszoon Leeghwater. Deze molens zorgen er later voor dat er polders zijn ontstaan.

 

Opdracht 1:

Het is de bedoeling dat je aan het einde van dit hoofdstuk alle kenmerkende aspecten kunt uitleggen. Bij deze opdracht ga jij op een persoonlijke manier oefenen met de kenmerkende aspecten van dit tijdvak. Dit doe je aan de hand van het schema die bij deze opdracht staat. Kopieer en plak het schema in je Word-document.

Hoe doe je dit?

Bekijk opdracht 1 van tijdvak 1

Kenmerkende aspect: Plaatje: Uitleg:

Wereldwijde handel en de wereldeconomie

                                                                             

Het bestuur en de culturele ontwikkelingen in Nederland

   

Het streven van vorsten naar absolute macht

   

De wetenschappelijke revolutie

   

 

1. Zoek bij het kenmerkende aspecten een plaatje via google.

2. In het laatste vakje achter het kenmerkende aspect (het vakje van "uitleg" noteer je maximaal vijf woorden waaraan je het kenmerkende aspect kunt herkennen).

3. Doe dit bij alle kenmerkende aspecten.

 

Opdracht 2:

In dit tijdvak staan één of meer personen. Over een persoon ga je een soort paspoort maken. Dit doe je aan de hand van het schema die bij deze opdracht staat. Kopieer en plak het schema in je Word-document.

Hoe doe je dit?

Bekijk opdracht 2 van tijdvak 1.

Voor het invullen van het schema mag je natuurlijk ook google gebruiken. Vergeet je Word-document niet op te slaan als je klaar bent.

Naam

 

Geboortedatum

 

Sterfdatum

 

Land van herkomst

 

Beroep

 

Afbeelding

 

 

Opdracht 3:

Maak een tijdlijn!

Hoe doe je dit?

  1. Open Word en typ bovenin de zoekbalk Tijdlijn, selecteer deze wanneer je hem gevonden hebt.
  2. Je krijgt een document dat je kunt bewerken:
a. Haal het vakje waarin staat "Instructie voor tijdlijn" helemaal leeg. Kopieer en plak hier de kenmerkende aspecten van dit tijdvak in.  
b. Pas de titel aan: Tijdvak 6, Regenten en Vorsten
c. Pas ook de jaartallen aan, aan het begin 1600 en het einde 1700

d. Voeg een gebeurtenis naar keuze toe in een van de vierkantjes, let wel goed op dat je deze op de juiste plek zet. De vierkantjes kan je verplaatsen.

e. Voeg ook je persoon van opdracht 2 toe, plak er ook een plaatje bij. Zet deze wel op de juiste plek in de tijdlijn.

f. Lever je tijdlijn in via de ELO.

 

Vergeet niet je document goed op te slaan, zodat je hem later kunt terug vinden en er verder aan kunt werken.