Tekst

Leerdoelen:

 

Voor de Industriële Revolutie was Europa een landbouwsamenleving, waarin de overheid een kleine rol had. Nederland werd bestuurd vanaf één centraal punt, waar men zich vooral bezig hield met orde en veiligheid. Door de Industriële Revolutie veranderde onze samenleving. Veel mensen trokken naar steden om daar te wonen. In een vorige paragraaf heb je al gelezen dat de arbeiders leven onder slechte werk- en leefomstandigheden. We kunnen wel zeggen dat de arbeiders leven in armoede.

Politieke stroming

Doordat onze samenleving veranderde, kwamen er ook steeds meer ideeën over hoe het land bestuurd moest worden. In deze paragraaf gaan wij kijken naar twee verschillende meningen over het bestuur van een land in een industriële samenleving. Een mening over het bestuur van een land heb je meestal niet alleen. Op het moment dat een groep mensen dezelfde ideeën heeft over het bestuur van een land, dan noem je dat een politieke stroming.

Liberalen

In Europa was er door de Industriële Revolutie een groep van rijke fabriekseigenaren ontstaan. Deze fabriekseigenaren hadden veel ideeën over hoe de overheid een land moest besturen. Zo vonden zij vrijheid heel erg belangrijk, vooral vrijheid in de economie. Zij vonden dat de overheid zich zo min mogelijk moest bemoeien met de economie en de bevolking van een land. Op deze manier konden de fabriekseigenaren de lonen laag houden. De politieke stroming van deze ideeën is het liberalisme. Aanhangers van het liberalisme noemen wij liberalen.

 

Socialisten

Er kwamen ook andere ideeën en meningen over het bestuur van een land. Zo had je ook een politieke stroming die het socialisme werd genoemd. Deze politieke stroming vond het heel belangrijk dat er gelijkheid in de samenleving is. Zij vinden dat een groot verschil tussen arm en rijk niet kan in een samenleving. Ook kwamen zij op voor de arbeiders. De socialisten wilden dat de werk- en leefomstandigheden voor de arbeiders zouden verbeteren.