Opdrachten

Opdracht 1:

Neem het schema over in je Word-document. Vul de begrippen in en leg uit wat deze betekenen.

agrarische revolutie                                                        
produceren  
huisnijverheid  
Wet van vraag en aanbod  
industriële revolutie  
productiefactoren  
kapitaal  
grondstoffen/fossiele brandstoffen  
arbeid  

 

 

Opdracht 2:

Bekijk het filmpje van de onderstaande link en maak de onderstaande opdrachten in je Word-document.

http://www.schooltv.nl/video/histoclips-afl-8-de-industriele-revolutie/#q=industriele%20revolutie

1. Hoe werden spullen vroeger gemaakt?
2. Waar woonden de meeste mensen?
3. Wat gebruikte men voor het zware werk?
4. Wat was de eerste uitvinding om kleding sneller te kunnen maken?
5. Wat is een andere uitvinding?
6. Waarom worden de eerste fabrieken naast rivieren gebouwd?
7. Wat is een nadeel van een rivier?
8. Wat is een voordeel van een stoommachine?
9. Waarom is een stoommachine gemaakt van ijzer en staal?
10. Waar worden de eerste fabrieken met stoommachines gebouwd?
11. Waardoor wordt het vervoeren van producten en mensen makkelijker?
12. Wat heb je nodig om een fabriek draaiende te houden?
13. Hoe ontstonden arbeiderswijken?
14. Hoe leefden de arbeiders?
15. Hoe hebben arbeiders het tegenwoordig?

 

Opdracht 3:

Lees nog eens het stukje over vraag en aanbod en maak de onderstaande opdrachten in je Word-document.

A. Ga naar www.marktplaats.nl en zoek naar de IPhone 5.

1. Hoeveel worden er ongeveer aangeboden in Nederland?

2. Hoe denk je dat een aanbieder op zijn prijs komt?

Kijk morgen nog eens op marktplaats naar de IPhone 5 en maak de volgende opdrachten:

3. Hoeveel advertenties zijn er ongeveer bij gekomen?

4. Wat valt je op aan de prijs van de nieuwe advertenties?

 

B. Ga naar www.bol.com en zoek naar de Samsung Galaxy S5 mini en maak de onderstaande opdrachten.

1. Hoeveel kost deze telefoon?

Scrol naar beneden naar de tweedehands aanbiedingen.

2. Hoeveel tweedehands telefoons worden er aangeboden?

3. Wat valt je op aan de prijs van de tweedehands telefoons

 

Opdracht 4:

Lees nog eens het stukje over productiefactoren en maak de onderstaande opdrachten in je Word-document.

Kies uit het onderstaande rijtje vier producten. Zoek van deze producten uit per productiefactor wat er nodig is.

 

Opdracht 5:

In deze paragraaf staan meerdere gebeurtenissen. Kies er drie uit en zet deze op je tijdlijn van het hoofdstuk de tien tijdvakken.

Let op! Zet hem wel in het goede tijdvak!

 

Opdracht 6:

Maak in PowerPoint of in Prezi een oorzaak gevolg ketting waarin de agrarische revolutie en de industriele revolutie verwerkt.

Wat is een oorzaak gevolg ketting?

Gebeurtenissen hebben oorzaken: redenen waarom het gebeurd. Gebeurtenissen hebben ook gevolgen: iets wat eruit voortkomt. Dit kan je vaak aan elkaar koppelen, er zit hier een verband tussen als bij een ketting. Jij gaat nu een oorzaak gevolg ketting maken met acht gebeurtenissen. De eerste twee en de laatste krijg je kado, maar die andere vijf moet jij er tussen bedenken. Dit werk je uit in een PowerPoint of een Prezi.

De twee gebeurtenissen zijn:

1. Europese landen veroveren koloniën -> 2. Landbouwgewassen zoals aardappelen, mais en bonen komen naar Europa.

De laatste gebeurtenis:

-> 8. Industriële revolutie.