27. Als ik groot ben / Jouw toekomst

Als ik groot ben vmbo

Thema: Als ik groot ben   vmbo-b34  Thema: Als ik groot ben  vmbo-kgt34
Grammatica: Woordsoorten - herhaling vmbo b34 

Je weet de betekenis van de volgende woordsoorten:
werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, persoonlijk voornaamwoord.
Je kunt de woordsoorten die hierboven staan benoemen in een zin.

 

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34 

Je weet de betekenis van de volgende woordsoorten: werkwoord, lidwoord,
zelfstandig naamwoord, persoonlijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord, meewerkend voornaamwoord,
bijwoord en bezittelijk voornaamwoord.

Je kunt de woordsoorten die hierboven staan, in een zin vinden/benoemen.

Lezen: Moeilijke woorden in de krant vmbo b34 

Je kunt de betekenis van een moeilijk woord afleiden uit de tekst. 
Je kent de betekenis van een aantal nieuwe woorden

Lezen - Moeilijke woorden  vmbo-kgt34 

Je weet hoe je moet omgaan met moeilijke woorden in (examen)teksten.
Je leert de betekenis van een aantal nieuwe woorden.
Je herhaalt de theorie over beeldspraak en stijlfiguren.

Vaardigheden: Jezelf beheersen vmbo b34
Je leert wat je kunt doen om jezelf te beheersen. 
Je kunt lichaamstaal op een goede manier gebruiken. 
Je kunt een rollenspel houden.
Vaardigheden: jezelf beheersen  vmbo-kgt34 

Je leert wat je kunt doen om jezelf te beheersen. 
Je kunt lichaamstaal op een goede manier gebruiken. 
Je kunt een rollenspel houden.

Spreken: Problemen oplossen vmbo b34

Je kunt problemen beschrijven die je bent tegengekomen.
Je weet wat een probleemoplossende discussie is.
Je kunt een probleemoplossende discussie voeren.
Je kunt een oplossing bedenken voor een ingewikkeld probleem.

Spreken: probleem oplossen  vmbo-kgt34 

Je kunt problemen beschrijven die je in het verleden bent tegengekomen. 
Je weet wat een probleemoplossende discussie is.
Je kunt een probleemoplossende discussie voeren.
Je kunt een frisse oplossing bedenken voor ingewikkelde problemen.

Woordenschat: Ironie vmbo b34 
Je weet wat ironie betekent.
Je kunt ironie gebruiken.
​Je kunt je mening geven over het gebruik van ironie.
Woordenschat: ironie KGT 3 4 

Je weet wat ironie betekent.
Je kunt ironie gebruiken.
Je kunt je mening geven over het gebruik van ironie.

Jouw toekomst havo en vwo

Thema: Jouw toekomst h3 Thema: Jouw toekomst  v3
Schrijven - Brief h3 
Je kunt een brief schrijven
Schrijven - Brief v3 
Je kunt een brief schrijven.
Grammatica - Stijl h3 
Je weet wat weglating (samentrekking) en congruentie is en hoe je die fouten kan voorkomen/verbeteren.
Grammatica - Stijl  v3 
Je weet wat weglating en congruentie is en hoe je die fouten kan voorkomen/verbeteren.
Je weet ook wat onjuiste herhaling, een contaminatie, een tautologie , een pleonasme en dubbele ontkenning is en hoe je die fouten kan voorkomen/verbeteren.
Spelling - Getallen h3
Je weet jhoe je getallen voluit moet schrijven .
Je weet hoe je zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden, telwoorden en voornaamwoorden geschreven moeten worden.
Spelling - Getallen v3 
Je weet jhoe je getallen voluit moet schrijven .
Je weet hoe je zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden, telwoorden en voornaamwoorden geschreven moeten worden.
 
Fictie - Rijmschema's h3
​Je kent de belangrijkste rijschema's
Fictie - Rijmschema's v3 
Je kent de belangrijkste rijschema's