Thema: Mijn stad vmbo-b12 |
Thema: Mijn stad vmbo-kg12 |
Nederlandse aansluiting van HV-niveau op KGT |
Thema12: Mijn stad hv12 |
Fictie - Wie is de verteller? vmbo-b12 |
Fictie - Wie is de verteller? vmbo-kg12 |
|
Fictie - Wie is de verteller? hv12 |
Je weet dat een verhaal door verschillende personen verteld kan worden. |
Je weet dat een verhaal door verschillende personen verteld kan worden. |
|
Je weet welke perspectieven er mogelijk zijn om een verhaal te vertellen. Je begrijpt dat het gekozen perspectief belangrijk is voor je lees- of kijkervaring. Je kunt zelf een scène schrijven waarin drie verschillende perspectieven worden gebruikt. |
Grammatica - Aanwijzend voornaamwoord vmbo-b12 |
Grammatica - Aanwijzend voornaamwoord vmbo-kg12 |
|
Grammatica - Aanwijzend voornaamwoord hv12 |
je kunt in een zin het aanwijzend voornaamwoord herkennen. |
je kunt in een zin het aanwijzend voornaamwoord herkennen. |
|
Je kunt in een zin het aanwijzend voornaamwoord herkennen. Je weet welke woorden gebruikt kunnen worden als aanwijzend voornaamwoord. Je weet het verschil in gebruik tussen de aanwijzende voornaamwoorden 'deze' en 'dit' en 'deze' en 'die'. Je weet het verschil in gebruik tussen de aanwijzende voornaamwoorden 'dat' en 'dit' en 'dat' en 'die'. |
Schrijven - Toon en publiek vmbo-b12 |
Schrijven - Toon en publiek vmbo-kg12 |
|
Schrijven - Toon en publiek HV12 |
Je weet dat je de 'toon' van je tekst moet aanpassen aan het publiek waarvoor je schrijft. |
Je weet dat je de 'toon' van je tekst moet aanpassen aan het publiek waarvoor je schrijft. |
|
Je weet dat de toon van je tekst bepaald wordt door het publiek waar je voor schrijft. Je kunt de toon van je tekst aanpassen aan het publiek. Je herkent het publiek waarvoor een tekst is geschreven. |
Woordenschat - Voorzetsels vmbo-b12 |
Woordenschat - Voorzetsels vmbo-kg12 |
|
Woordenschat - Voorzetsels HV12 |
Je weet hoe je voorzetsels kunt herkennen en gebruiken. |
Je weet hoe je voorzetsels kunt herkennen en gebruiken. |
|
Je kunt voorzetsels herkennen. Je weet dat voorzetsels een plaats, tijd of reden/oorzaak kunnen aangeven. Je weet dat sommige werkwoorden een vast voorzetsel hebben. |
Grammatica - Vragend voornaamwoord vmbo-b12 |
Grammatica - Vragend voornaamwoord vmbo-kg12 |
Grammatica - Vragend voornaamwoord HV12 (KOPIE) |
|
Je weet welke woorden gebruikt kunnen worden als vragend voornaamwoord. |
Je weet welke woorden gebruikt kunnen worden als vragend voornaamwoord. |
Je kunt het vragend voornaamwoord herkennen. Je weet welke woorden gebruikt kunnen worden als vragend voornaamwoord. Je weet dat niet ieder vraagwoord een vragend voornaamwoord is. |
|