31. Leven in Nederland / Module lezen

Leven in Nederland vmbo

Thema: Leven in Nederland   vmbo-b34 Thema: Leven in Nederland  vmbo-kgt34

Grammatica: Samengestelde zinnen vmbo b34 
- Je weet wat een samengestelde zin is.
- Je weet wat onderschikking en nevenschikking is.
- Je weet wat voegwoorden zijn.
- Je kunt samengestelde zinnen maken.

Grammatica - Samengestelde zinnen  vmbo-kgt34 
- Je weet wat een samengestelde zin is.
- Je weet wat onderschikking en nevenschikking is.
- Je weet wat voegwoorden zijn.
- Je kunt samengestelde zinnen maken.
Lezen: Argumenten vmbo b34 
Je weet de betekenis van argument, tegenargument, objectief en subjectief.
Je kunt argumenten en tegenargumenten bedenken.
Lezen - Argumenten vmbo-kgt34 

Je weet de betekenis van argument, tegenargument, objectief en subjectief.
Je kunt argumenten en tegenargumenten bedenken.

Schrijven: Verbanden tussen alinea's vmbo b34 
Je weet dat alinea’s goed op elkaar aansluiten door gebruik van verbanden.
Je weet welke verbanden er zijn.
​Je kunt verbanden in een tekst herkennen.
Schrijven: verbanden  vmbo-kgt34

Je weet dat alinea’s goed op elkaar aansluiten door gebruik van verbanden.
Je weet welke verbanden er zijn.
Je kunt verbanden in een tekst herkennen.

Fictie: Haiku's en elfjes vmbo b34 
Je kent de regels van een haiku en een elfje.
​Je kunt een elfje en een haiku schrijven.
Fictie - Haiku's en elfjes  vmbo-kgt34 

Je kent de regels van een haiku en een elfje.
Je kunt een elfje en een haiku schrijven.

Spelling: Dan/als en zij/hun vmbo b34 
Je weet wanneer je dan of als moet gebruiken.
Je weet wanneer je zij of hun moet gebruiken.
Spelling: als-dan en zij-hun vmbo-kgt34 

Je weet wanneer je dan of als moet gebruiken.
Je weet wanneer je zij of hun moet gebruiken.

Module lezen havo en vwo

Module Lezen H45 Module Lezen V456
Lezen - Leesstrategie HV45 Lezen - Leesstrategieën V456
Je kunt afhankelijk van het doel waarmee je een tekst leest, een geschikte leesstrategie kiezen. Je kunt afhankelijk van het doel waarmee je een tekst leest, een geschikte leesstrategie kiezen.
Lezen - Schrijfdoelen en tekstsoorten H45 Lezen - Schrijfdoelen en tekstsoorten V456
Je kent de schrijfdoelen: Amuseren, informeren/uiteenzetten, opiniëren/beschouwen , Overtuigen/betogen en Activeren en kunt bij ieder van die doelen een aantal tekstsoorten noemen. Je kent de schrijfdoelen: Amuseren, informeren/uiteenzetten, opiniëren/beschouwen , Overtuigen/betogen en Activeren en kunt bij ieder van die doelen een aantal tekstsoorten noemen.
Lezen - Publieksgerichtheid H45 Lezen - Publieksgerichtheid V456
Je kunt bij een tekst aangeven voor welk publiek deze bedoeld is, uitgaande van titel en inhoud, plaats van publicatie, taalgebruik en layout. Je kunt bij een tekst aangeven voor welk publiek deze bedoeld is, uitgaande van titel en inhoud, plaats van publicatie, taalgebruik en layout.
Lezen - Tekstopbouw 1 H45 Lezen - Tekstopbouw 1 V456
Je kent de functies van de verschillende tekstdelen.
Je kent een aantal veelvoorkomende tekststructuren: argumentatiestructuur, probleemoplossingsstructuur, verklaringsstructuur, verleden/heden/toekomststructuur, vraag/antwoord structuur
Je kent de functies van de verschillende tekstdelen.
Je kent een aantal veelvoorkomende tekststructuren: argumentatiestructuur, probleemoplossingsstructuur, verklaringsstructuur, verleden/heden/toekomststructuur, vraag/antwoord structuur
Lezen - Tekstopbouw 2 H45 Lezen - Tekstopbouw 2 V456
Je kunt de kernzin in een alinea herkennen. Je kunt de kernzin in een alinea herkennen.
Lezen - Tekstbegrip H45 Lezen - Tekstbegrip V456
Je begrijpt langere teksten en toont dit aan door er vragen over te beantwoorden.  Je begrijpt langere teksten en toont dit aan door er vragen over te beantwoorden.