Stijlmiddelen - Beeldspraak H45 |
Stijlmiddelen - Beeldspraak V456 |
Je weet wat beeldspraak is en welke variaties je kunt onderkennen. |
Je weet wat beeldspraak is en welke variaties je kunt onderkennen. |
Stijlmiddelen - Stijlfiguren H45 |
Stijlmiddelen - Stijlfiguren V456 |
Je weet waarvoor je stijlfiguren kunt gebruiken.Je kunt de stijlfiguren eufemismen, understatement, ironie en parabool herkennen en gebruiken. |
Je weet waarvoor je stijlfiguren kunt gebruiken.Je kunt de stijlfiguren eufemismen, understatement, ironie en parabool herkennen en gebruiken. |
Stijlmiddelen - Taalgebruik H45 |
Stijlmiddelen - Taalgebruik V456 |
Je kent het belang van de variatie in woordgebruik. Je weet dat je woordspelingen en alliteraties kunt gebruiken. Je weet dat je jargon beter kunt vermijden en kunt vervangen door synoniemen. |
Je kent het belang van de variatie in woordgebruik. Je weet dat je woordspelingen en alliteraties kunt gebruiken. Je weet dat je jargon beter kunt vermijden en kunt vervangen door synoniemen. |